Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. waaien:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor waaien (Nederlands) in het Frans

waaien:

waaien werkwoord (waai, waait, woei, woeien, gewaaid)

  1. waaien (hard waaien)

Conjugations for waaien:

o.t.t.
  1. waai
  2. waait
  3. waait
  4. waaien
  5. waaien
  6. waaien
o.v.t.
  1. woei
  2. woei
  3. woei
  4. woeien
  5. woeien
  6. woeien
v.t.t.
  1. heb gewaaid
  2. hebt gewaaid
  3. heeft gewaaid
  4. hebben gewaaid
  5. hebben gewaaid
  6. hebben gewaaid
v.v.t.
  1. had gewaaid
  2. had gewaaid
  3. had gewaaid
  4. hadden gewaaid
  5. hadden gewaaid
  6. hadden gewaaid
o.t.t.t.
  1. zal waaien
  2. zult waaien
  3. zal waaien
  4. zullen waaien
  5. zullen waaien
  6. zullen waaien
o.v.t.t.
  1. zou waaien
  2. zou waaien
  3. zou waaien
  4. zouden waaien
  5. zouden waaien
  6. zouden waaien
diversen
  1. waai!
  2. waait!
  3. gewaaid
  4. waaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor waaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire du vent hard waaien; waaien fladderen; wapperen
souffler fortement hard waaien; waaien

Verwante definities voor "waaien":

  1. blazen, lucht verplaatsen1
    • het waait: de bladeren vallen van de bomen1

Wiktionary: waaien

waaien
verb
  1. plaatsvinden van een sterke luchtstroming
waaien
Cross Translation:
FromToVia
waaien souffler blow — to produce an air current

Verwante vertalingen van waaien