Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wraken (Nederlands) in het Frans

wraken:

wraken werkwoord (wraak, wraakt, wraakte, wraakten, gewraakt)

  1. wraken (verlijeren; afdrijven)

Conjugations for wraken:

o.t.t.
  1. wraak
  2. wraakt
  3. wraakt
  4. wraken
  5. wraken
  6. wraken
o.v.t.
  1. wraakte
  2. wraakte
  3. wraakte
  4. wraakten
  5. wraakten
  6. wraakten
v.t.t.
  1. heb gewraakt
  2. hebt gewraakt
  3. heeft gewraakt
  4. hebben gewraakt
  5. hebben gewraakt
  6. hebben gewraakt
v.v.t.
  1. had gewraakt
  2. had gewraakt
  3. had gewraakt
  4. hadden gewraakt
  5. hadden gewraakt
  6. hadden gewraakt
o.t.t.t.
  1. zal wraken
  2. zult wraken
  3. zal wraken
  4. zullen wraken
  5. zullen wraken
  6. zullen wraken
o.v.t.t.
  1. zou wraken
  2. zou wraken
  3. zou wraken
  4. zouden wraken
  5. zouden wraken
  6. zouden wraken
diversen
  1. wraak!
  2. wraakt!
  3. gewraakt
  4. wrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wraken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se clochardiser afdrijven; verlijeren; wraken verliederlijken; verloederen; verslonzen
se dégrader afdrijven; verlijeren; wraken achteruitgaan; degenereren; ontaarden; uitlopen op; verderven; verliederlijken; verloederen; verslonzen; verworden

Verwante woorden van "wraken":



wrak:

wrak bijvoeglijk naamwoord

  1. wrak
    délabré; en mauvais état

wrak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het wrak (scheepswrak)
    l'épave; la navire désemparé

Vertaal Matrix voor wrak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
navire désemparé scheepswrak; wrak
épave scheepswrak; wrak autowrak; brokstuk; schroothoop; wrakstuk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
délabré wrak aan stukken; aangeslagen; beschadigd; bouwvallig; gammel; gebarsten; gebroken; gehavend; geruineerd; geschonden; gewond; kapot; krakkemikkig; krakkemikkige; naar de knoppen; ruïneus; stuk; wankel; zwak
en mauvais état wrak

Verwante woorden van "wrak":


Wiktionary: wrak

wrak
noun
  1. overblijfsel van een verongelukt of gestrand vaar-, voer- of vliegtuig
wrak
adjective
  1. (botanique) Se dit d’un organe, notamment les feuilles, se détachant et tombant chaque année.
  2. D’un certain âge (relatif à un autre).
noun
  1. (familier, fr) chose sans valeur, sans importance, méprisable.
  2. Véhicule rendu inutilisable

Cross Translation:
FromToVia
wrak bazou beater — an automobile in poor operating condition
wrak épave shipwreck — A ship that has sunk or run aground so that it is no longer seaworthy.
wrak malheureux; malheureuse; malheureuses wretch — unhappy, unfortunate, or miserable person
wrak naufrage Wrack — zerstörtes, schrottreifes Fahrzeug