Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. zender:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zender (Nederlands) in het Frans

zender:

zender [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zender (afzender; verzender; zendster)
    l'expéditeur; l'envoyeur
  2. de zender (zendinstallatie)
    l'installation d'émission
  3. de zender (radiostation; stations; zendstation)
    la station de radio

Vertaal Matrix voor zender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
envoyeur afzender; verzender; zender; zendster inzender; verscheper
expéditeur afzender; verzender; zender; zendster afzender; expediteur; transporteur; verscheper; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder
installation d'émission zender; zendinstallatie
station de radio radiostation; stations; zender; zendstation

Verwante woorden van "zender":

  • zenders, zendertje, zendertjes

Wiktionary: zender

zender
noun
  1. Celui, celle qui envoyer.

Cross Translation:
FromToVia
zender chaîne channel — broadcasting: specific radio frequency or band of frequencies
zender chaîne channel — broadcasting: specific radio frequency or band of frequencies used for transmitting television
zender émetteur emitter — that which emits