Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aan de zwerf zijn (Nederlands) in het Frans

aan de zwerf zijn:

aan de zwerf zijn werkwoord (ben aan de zwerf, bent aan de zwerf, is aan de zwerf, was aan de zwerf, waren aan de zwerf, aan de zwerf geweest)

  1. aan de zwerf zijn (rondzwerven; zwerven)
    abîmer; fouiner; rôder; agiter; errer; balancer; amocher; courir le monde; vagabonder; vadrouiller; faire le tour de; errer à l'aventure
    • abîmer werkwoord (abîme, abîmes, abîmons, abîmez, )
    • fouiner werkwoord (fouine, fouines, fouinons, fouinez, )
    • rôder werkwoord (rôde, rôdes, rôdons, rôdez, )
    • agiter werkwoord (agite, agites, agitons, agitez, )
    • errer werkwoord (erre, erres, errons, errez, )
    • balancer werkwoord (balance, balances, balançons, balancez, )
    • amocher werkwoord (amoche, amoches, amochons, amochez, )
    • courir le monde werkwoord
    • vagabonder werkwoord (vagabonde, vagabondes, vagabondons, vagabondez, )
    • vadrouiller werkwoord (vadrouille, vadrouilles, vadrouillons, vadrouillez, )
    • faire le tour de werkwoord

Conjugations for aan de zwerf zijn:

o.t.t.
  1. ben aan de zwerf
  2. bent aan de zwerf
  3. is aan de zwerf
  4. zijn aan de zwerf
  5. zijn aan de zwerf
  6. zijn aan de zwerf
o.v.t.
  1. was aan de zwerf
  2. was aan de zwerf
  3. was aan de zwerf
  4. waren aan de zwerf
  5. waren aan de zwerf
  6. waren aan de zwerf
v.t.t.
  1. ben aan de zwerf geweest
  2. bent aan de zwerf geweest
  3. is aan de zwerf geweest
  4. zijn aan de zwerf geweest
  5. zijn aan de zwerf geweest
  6. zijn aan de zwerf geweest
v.v.t.
  1. was aan de zwerf geweest
  2. was aan de zwerf geweest
  3. was aan de zwerf geweest
  4. waren aan de zwerf geweest
  5. waren aan de zwerf geweest
  6. waren aan de zwerf geweest
o.t.t.t.
  1. zal aan de zwerf zijn
  2. zult aan de zwerf zijn
  3. zal aan de zwerf zijn
  4. zullen aan de zwerf zijn
  5. zullen aan de zwerf zijn
  6. zullen aan de zwerf zijn
o.v.t.t.
  1. zou aan de zwerf zijn
  2. zou aan de zwerf zijn
  3. zou aan de zwerf zijn
  4. zouden aan de zwerf zijn
  5. zouden aan de zwerf zijn
  6. zouden aan de zwerf zijn
diversen
  1. aan de zwerf geweest
  2. aan de zwerf zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aan de zwerf zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abîmer aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven aantasten; aanvreten; afbreken; afranselen; bederven; beschadigen; breken; iemand toetakelen; in elkaar slaan; in stukken breken; kapot maken; kapotbreken; kapotmaken; moeren; mollen; neerhalen; omverhalen; pijn bezorgen; pijn doen; slechten; slopen; stukmaken; toetakelen; uit elkaar halen; verbroddelen; verhaspelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verloederen; verpesten; verslonzen; verwonden; verzieken; zeer doen
agiter aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven afranselen; agiteren; beroeren; beven; heen en weer bewegen; heen en weer zwaaien; iemand toetakelen; in beroering brengen; omroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; roeren; schudden; slingeren; trillen; wriggelen; wrikken; zwaaien; zwenken
amocher aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; iemand toetakelen; in elkaar slaan; in elkaar timmeren; knauwen; pijn bezorgen; pijn doen; toetakelen; verwonden; zeer doen
balancer aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven aarzelen; balanceren; deinen; golven; heen en weer zwaaien; in evenwicht brengen; schommelen; slingeren; twijfelen; uitbalanceren; wankelen; weifelen; wiebelen; wiegelen; wiegen; zwaaien; zwenken; zwiepen
courir le monde aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven verdwaald zijn
errer aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven dolen; dwalen; omzwerven; reizen; ronddolen; ronddwalen; rondlopen; rondreizen; rondwaren; rondzwalken; rondzwerven; spoken; trekken; verdwaald zijn; waren; zwerven
errer à l'aventure aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven verdwaald zijn
faire le tour de aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven bereizen; rondlopen; rondslenteren; rondtoeren; rondtrekken; rondwandelen
fouiner aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven graaien; grabbelen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; om zich heen kijken; rechercheren; rommelen; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; scharrelen van kip; snuffelen; speuren; struinen; verdwaald zijn
rôder aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven omzwerven; spoken; verdwaald zijn; zwerven
vadrouiller aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven banjeren; rondlopen; rondwaren; rondzwalken; verdwaald zijn
vagabonder aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven dolen; omzwerven; reizen; ronddolen; ronddwalen; rondlopen; rondreizen; rondwaren; rondzwalken; rondzwerven; trekken; verdwaald zijn; waren; zwerven

Verwante vertalingen van aan de zwerf zijn