Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aangerukt:
  2. aanrukken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aangerukt (Nederlands) in het Frans

aangerukt:

aangerukt bijvoeglijk naamwoord

  1. aangerukt (gebracht)
    approché

Vertaal Matrix voor aangerukt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approché aangerukt; gebracht

aanrukken:

aanrukken werkwoord (ruk aan, rukt aan, rukte aan, rukten aan, aangerukt)

  1. aanrukken

Conjugations for aanrukken:

o.t.t.
  1. ruk aan
  2. rukt aan
  3. rukt aan
  4. rukken aan
  5. rukken aan
  6. rukken aan
o.v.t.
  1. rukte aan
  2. rukte aan
  3. rukte aan
  4. rukten aan
  5. rukten aan
  6. rukten aan
v.t.t.
  1. heb aangerukt
  2. hebt aangerukt
  3. heeft aangerukt
  4. hebben aangerukt
  5. hebben aangerukt
  6. hebben aangerukt
v.v.t.
  1. had aangerukt
  2. had aangerukt
  3. had aangerukt
  4. hadden aangerukt
  5. hadden aangerukt
  6. hadden aangerukt
o.t.t.t.
  1. zal aanrukken
  2. zult aanrukken
  3. zal aanrukken
  4. zullen aanrukken
  5. zullen aanrukken
  6. zullen aanrukken
o.v.t.t.
  1. zou aanrukken
  2. zou aanrukken
  3. zou aanrukken
  4. zouden aanrukken
  5. zouden aanrukken
  6. zouden aanrukken
diversen
  1. ruk aan!
  2. rukt aan!
  3. aangerukt
  4. aanrukkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanrukken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'avancer oprukken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
s'approcher rapidement aanrukken
s'avancer aanrukken