Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aanpappen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanpappen (Nederlands) in het Frans

aanpappen:

aanpappen werkwoord (pap aan, papt aan, papte aan, papten aan, aangepapt)

  1. aanpappen

Conjugations for aanpappen:

o.t.t.
  1. pap aan
  2. papt aan
  3. papt aan
  4. pappen aan
  5. pappen aan
  6. pappen aan
o.v.t.
  1. papte aan
  2. papte aan
  3. papte aan
  4. papten aan
  5. papten aan
  6. papten aan
v.t.t.
  1. heb aangepapt
  2. hebt aangepapt
  3. heeft aangepapt
  4. hebben aangepapt
  5. hebben aangepapt
  6. hebben aangepapt
v.v.t.
  1. had aangepapt
  2. had aangepapt
  3. had aangepapt
  4. hadden aangepapt
  5. hadden aangepapt
  6. hadden aangepapt
o.t.t.t.
  1. zal aanpappen
  2. zult aanpappen
  3. zal aanpappen
  4. zullen aanpappen
  5. zullen aanpappen
  6. zullen aanpappen
o.v.t.t.
  1. zou aanpappen
  2. zou aanpappen
  3. zou aanpappen
  4. zouden aanpappen
  5. zouden aanpappen
  6. zouden aanpappen
diversen
  1. pap aan!
  2. papt aan!
  3. aangepapt
  4. aanpappende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanpappen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entreprendre qn aanpappen
faire des avances aanpappen concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen