Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. accoord:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor accoord (Nederlands) in het Frans

accoord:

accoord [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. accoord (goedkeuring; toestemming)
    l'approbation; l'accord; la convention

accoord bijvoeglijk naamwoord

  1. accoord (goedgekeurd; aanvaard; geaccepteerd; aangenomen)
    accepté; autorisé; admis; permis; convenu

Vertaal Matrix voor accoord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accord accoord; goedkeuring; toestemming accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; bijval; compromis; contract; deal; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; fiat; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; goedvinden; harmonie; instemming; overeenkomst; overeenstemmen; overeenstemming; permissie; regeling; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; schikking; solidariteit; toelating; toestemming; transactie; verbondenheid; vereffening; vergelijk; zaak
approbation accoord; goedkeuring; toestemming akkoord; autorisatie; bijval; fiat; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; instemmen; instemming; machtiging; toestemming; volmacht; welbevinden
convention accoord; goedkeuring; toestemming accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; contract; federatie; gemeenschappelijkheid; liga; overeenkomst; overeenstemmen; pact; regeling; schikking; traktaat; unie; verbond; verdrag
permis entreebiljet; kaart; kaartje; licentie; pas; paspoort; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs; vergunning; vrijbrief
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accepté aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
admis aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd gedoogd; geoorloofd; gepermitteerd; geregistreerd; opgenomen; opgevat; toegelaten; toegestaan; veroorloofd
autorisé aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd aannemelijk; bevoegd; geautoriseerd; geldig; geoorloofd; gepermitteerd; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; gezaghebbend; met gezag bekleed; op deugdelijke gronden steunend; toegelaten; toegestaan; valabel; valide; veroorloofd
convenu aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd geaffecteerd; gekunsteld; gemaakt; gewrongen; gezocht; onnatuurlijk
permis aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd geoorloofd; gepermitteerd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd

Wiktionary: accoord


Cross Translation:
FromToVia
accoord être; pour; sur; d’accord; que; mettre einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich