Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. afkrabben:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afkrabben (Nederlands) in het Frans

afkrabben:

afkrabben werkwoord (krab af, krabt af, krabde af, krabden af, afgekrabd)

  1. afkrabben (schrappen; schrapen)
    gratter; racler
    • gratter werkwoord (gratte, grattes, grattons, grattez, )
    • racler werkwoord (racle, racles, raclons, raclez, )

Conjugations for afkrabben:

o.t.t.
  1. krab af
  2. krabt af
  3. krabt af
  4. krabben af
  5. krabben af
  6. krabben af
o.v.t.
  1. krabde af
  2. krabde af
  3. krabde af
  4. krabden af
  5. krabden af
  6. krabden af
v.t.t.
  1. heb afgekrabd
  2. hebt afgekrabd
  3. heeft afgekrabd
  4. hebben afgekrabd
  5. hebben afgekrabd
  6. hebben afgekrabd
v.v.t.
  1. had afgekrabd
  2. had afgekrabd
  3. had afgekrabd
  4. hadden afgekrabd
  5. hadden afgekrabd
  6. hadden afgekrabd
o.t.t.t.
  1. zal afkrabben
  2. zult afkrabben
  3. zal afkrabben
  4. zullen afkrabben
  5. zullen afkrabben
  6. zullen afkrabben
o.v.t.t.
  1. zou afkrabben
  2. zou afkrabben
  3. zou afkrabben
  4. zouden afkrabben
  5. zouden afkrabben
  6. zouden afkrabben
diversen
  1. krab af!
  2. krabt af!
  3. afgekrabd
  4. afkrabbende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afkrabben [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afkrabben (schraapsel)
    le grattement; le raclement

Vertaal Matrix voor afkrabben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grattement afkrabben; schraapsel gekrab; gekras; krassen
raclement afkrabben; schraapsel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gratter afkrabben; schrapen; schrappen afschrappen; beknibbelen; knibbelen; knijpen; krassen; schrapen; wegkrabben; zich krabben
racler afkrabben; schrapen; schrappen afschaven; krassen; raspen; schaven; schuren; zich krabben