Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. aftasten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftasten (Nederlands) in het Frans

aftasten:

aftasten werkwoord (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)

  1. aftasten (bevoelen)
    explorer; sonder; reconnaître; fouiller
    • explorer werkwoord (explore, explores, explorons, explorez, )
    • sonder werkwoord (sonde, sondes, sondons, sondez, )
    • reconnaître werkwoord (reconnais, reconnaît, reconnaissons, reconnaissez, )
    • fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )
  2. aftasten (afvoelen)
    fouiller
    • fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )
  3. aftasten (verkennen; onderzoeken)
    explorer; reconnaître; prospecter; éclairer; examiner; fouiller
    • explorer werkwoord (explore, explores, explorons, explorez, )
    • reconnaître werkwoord (reconnais, reconnaît, reconnaissons, reconnaissez, )
    • prospecter werkwoord (prospecte, prospectes, prospectons, prospectez, )
    • éclairer werkwoord (éclaire, éclaires, éclairons, éclairez, )
    • examiner werkwoord (examine, examines, examinons, examinez, )
    • fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, )

Conjugations for aftasten:

o.t.t.
  1. tast af
  2. tast af
  3. tast af
  4. tasten af
  5. tasten af
  6. tasten af
o.v.t.
  1. tastte af
  2. tastte af
  3. tastte af
  4. tastten af
  5. tastten af
  6. tastten af
v.t.t.
  1. heb afgetast
  2. hebt afgetast
  3. heeft afgetast
  4. hebben afgetast
  5. hebben afgetast
  6. hebben afgetast
v.v.t.
  1. had afgetast
  2. had afgetast
  3. had afgetast
  4. hadden afgetast
  5. hadden afgetast
  6. hadden afgetast
o.t.t.t.
  1. zal aftasten
  2. zult aftasten
  3. zal aftasten
  4. zullen aftasten
  5. zullen aftasten
  6. zullen aftasten
o.v.t.t.
  1. zou aftasten
  2. zou aftasten
  3. zou aftasten
  4. zouden aftasten
  5. zouden aftasten
  6. zouden aftasten
diversen
  1. tast af!
  2. tast af!
  3. afgetast
  4. aftastende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftasten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aftasten (afvoelen; voelen; tasten)
    le tâtonner; le fouiller; le tâter

Vertaal Matrix voor aftasten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
examiner bezichtigen; bezichtiging
fouiller aftasten; afvoelen; tasten; voelen
tâter aftasten; afvoelen; tasten; voelen
tâtonner aftasten; afvoelen; tasten; voelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
examiner aftasten; onderzoeken; verkennen aankijken; aanschouwen; afwegen; bekijken; beproeven; beschouwen; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; checken; controleren; doordenken; doorvorsen; examineren; gadeslaan; inkijken; inspecteren; inzien; keuren; monsteren; monsters nemen; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; natrekken; onderzoeken; overdenken; overhoren; overwegen; rechercheren; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toeschouwen; toetsen; verifiëren
explorer aftasten; bevoelen; onderzoeken; verkennen exploreren; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken
fouiller aftasten; afvoelen; bevoelen; onderzoeken; verkennen afzoeken; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; visiteren; woelen; wroeten; wurmen; zien te vinden; zoeken
prospecter aftasten; onderzoeken; verkennen
reconnaître aftasten; bevoelen; onderzoeken; verkennen als waar erkennen; autoriseren; beseffen; doorzien; erkennen; herkennen; inzien; onderkennen; realiseren; toegeven; vergunnen
sonder aftasten; bevoelen bekloppen; diepte bepalen; diepte loden; doorzoeken; met sonde onderzoeken; meten; opmeten; peilen; polsen; poolshoogte nemen; sonderen; tegen kloppen; uitvorsen
tâter betasten; bevoelen; polsen; voelen
tâtonner betasten; bevoelen; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen; voelen
éclairer aftasten; onderzoeken; verkennen belichten; beschijnen; bijlichten; licht laten vallen op; met licht beschijnen; verlichten

Wiktionary: aftasten


Cross Translation:
FromToVia
aftasten explorer explore — to examine or investigate something systematically