Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. alledaagse:
  2. alledaags:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor alledaagse (Nederlands) in het Frans

alledaagse:

alledaagse bijvoeglijk naamwoord

  1. alledaagse
    indifférent; ordinaire; banal

Vertaal Matrix voor alledaagse:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banal alledaagse banaal; courant; futiel; gangbaar; gebruikelijk; gering; gewoon; grof; hol; inhoudsloos; laag-bij-de-grond; leeg; lomp; luttel; miniem; minimaal; minste; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ordinair; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vulgair; vunzig; weinig; weinigzeggend
indifférent alledaagse bikkelhard; emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; ijzerhard; indifferent; keihard; koelbloedig; laconiek; laks; lauw; liefdeloos; onbewogen; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; staalhard; steenhard; zielloos; zonder grond
ordinaire alledaagse alledaags; bedriegelijk; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; nagemaakt; natuurlijk; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; normaal; onecht; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; onwaar; ordinair; plat; platvloers; simpel; vals; van eenvoudige komaf; vulgair

Verwante woorden van "alledaagse":


Wiktionary: alledaagse


Cross Translation:
FromToVia
alledaagse banalité; quotidien quotidian — quotidian, daily thing

alledaagse vorm van alledaags:

alledaags bijvoeglijk naamwoord

  1. alledaags (niets bijzonders; ordinair; gewoon; eenvoudig)
    tout simple; commun; courant; ordinaire; normal

Vertaal Matrix voor alledaags:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
courant beek; beekje; drift; driftstroom; elektriciteit; geestesrichting; geestesstroming; rivier; stroming; stroom; stroompje; zeestroming
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commun alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair algemeen; bij elkaar; bijeen; communaal; courant; een groep toebehorend; gangbaar; gebruikelijk; gedeeld; gemeen; gemeenschappelijk; gewoon; gezamenlijk; grof; meegevoeld; meer personen betreffend; met z'n beiden; met zijn allen; normaal; ordinair; plat; platvloers; samen; tezamen; vulgair
courant alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair courant; doorgaand; doorlopend; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hardlopend; hedendaags; huidig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; normaal; onedel; rondgaande; snellopend; stromend; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vliedend; vloeiend; vlot
normal alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; normaal; onedel
ordinaire alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair alledaagse; bedriegelijk; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; nagemaakt; natuurlijk; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; normaal; onecht; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; onwaar; ordinair; plat; platvloers; simpel; vals; van eenvoudige komaf; vulgair
tout simple alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair

Verwante woorden van "alledaags":


Wiktionary: alledaags

alledaags
adjective
  1. (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.
  2. De chaque jour. (Sens général).
  3. désuet|fr Qui concerne le peuple, le quidam, le personnage quelconque.
noun
  1. (term, Par substantivation) personne qui travaille à la journée.

Cross Translation:
FromToVia
alledaags usuel everyday — commonplace, ordinary
alledaags quotidien; quotidienne quotidian — daily
alledaags ordinaire; ordinaires run-of-the-mill — ordinary

Verwante vertalingen van alledaagse