Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor balen (Nederlands) in het Frans

balen:

balen werkwoord (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

  1. balen

Conjugations for balen:

o.t.t.
  1. baal
  2. baalt
  3. baalt
  4. balen
  5. balen
  6. balen
o.v.t.
  1. baalde
  2. baalde
  3. baalde
  4. baalden
  5. baalden
  6. baalden
v.t.t.
  1. heb gebaald
  2. hebt gebaald
  3. heeft gebaald
  4. hebben gebaald
  5. hebben gebaald
  6. hebben gebaald
v.v.t.
  1. had gebaald
  2. had gebaald
  3. had gebaald
  4. hadden gebaald
  5. hadden gebaald
  6. hadden gebaald
o.t.t.t.
  1. zal balen
  2. zult balen
  3. zal balen
  4. zullen balen
  5. zullen balen
  6. zullen balen
o.v.t.t.
  1. zou balen
  2. zou balen
  3. zou balen
  4. zouden balen
  5. zouden balen
  6. zouden balen
diversen
  1. baal!
  2. baalt!
  3. gebaald
  4. balende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor balen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en avoir marre balen
en avoir ras le bol balen er doodziek van worden; het kotsbeu zijn; het spuugzat zijn

Verwante woorden van "balen":


bal:

bal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bal (voetbal)
    – rond voorwerp voor spel en sport 1
    la balle; le ballon
    • balle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ballon [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bal (bol wol)
    la boule; le ballon; la pelote
    • boule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ballon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pelote [la ~] zelfstandig naamwoord

bal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bal (dansfeest)
    le bal
    • bal [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. het bal (galabal; gala)
    le bal; le gala; le grand bal officiel; le grand bal; le bal d'apparat

Vertaal Matrix voor bal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bal bal; dansfeest; gala; galabal gala; groot bal; hofbal; hoffeest
bal d'apparat bal; gala; galabal
balle bal; voetbal baal; balletje; kaf; kogel; kogeltje; pak; speelbal
ballon bal; bol wol; voetbal ballon; kogelflesje; luchtballon
boule bal; bol wol bobbel; bolvorm; bowlingbal; buil; bult; hobbel; knobbel; kogelvorm
gala bal; gala; galabal feestavond; gala; galavoorstelling; groot bal; hofbal; hoffeest
grand bal bal; gala; galabal
grand bal officiel bal; gala; galabal
pelote bal; bol wol kaatsspel; knot; knotje haar; streng garen

Verwante woorden van "bal":


Synoniemen voor "bal":


Verwante definities voor "bal":

  1. rond voorwerp voor spel en sport1
    • de kinderen speelden met een bal1
  2. wat bol en rond is1
    • wie wil er een bal gehakt?1
  3. lichaamsdeel vlakbij de penis van de man, waarin zaad gemaakt wordt1
    • hij kreeg een schop tegen zijn ballen1

Wiktionary: bal

bal
noun
  1. een object in de vorm van een bol dat gebruikt wordt bij balspelen
  2. een danspartij
bal
noun
  1. réunion, assemblée où l’on danser.
  2. Objet sphérique.
  3. grosse balle pour jouer
  4. corps rond en tous sens, généralement plein. — usage Se dit surtout des objets dont les dimensions leur permettent d’être tenus en main.
  5. anatomie|fr Face intérieure de la main, entre le poignet et les doigts.
  6. glande génitale

Cross Translation:
FromToVia
bal couille ball — testicle
bal bal ball — formal dance
bal couille bollock — (vulgar, slang) testicle
bal couille nut — slang: testicle