Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. beklemdheid:
  2. beklemd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beklemdheid (Nederlands) in het Frans

beklemdheid:

beklemdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de beklemdheid (gevoel van beklemming; benauwdheid)
    la suffocation; le serrement de coeur

Vertaal Matrix voor beklemdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
serrement de coeur beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming
suffocation beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming ademnood; beklemming; benauwdheid; verstikking

Verwante woorden van "beklemdheid":


beklemd:

beklemd bijvoeglijk naamwoord

  1. beklemd (bekneld)
    coincé; serré; oppressé
  2. beklemd (geklemd)
    serré; oppressé

Vertaal Matrix voor beklemd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coincé beklemd; bekneld klemgereden; klemgezet
oppressé beklemd; bekneld; geklemd beklemmend; benauwend; klemgereden; klemgezet
serré beklemd; bekneld; geklemd bekrompen; benepen; chagrijnig; dringend; eng; kleingeestig; kleinzielig; klemgereden; klemgezet; klemmend; knorrig; korzelig; krap; met spoed; met weinig ruimte; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; smal; smalletjes; spoedeisend; stijfkoppig; strak; stug; taai; urgent; van geringe breedte

Verwante woorden van "beklemd":