Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bekorting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bekorting (Nederlands) in het Frans

bekorting:

bekorting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bekorting (bezuiniging; besparing; kostenbesparing; )
    la réduction de dépenses; l'économie; la réduction; la baisse des salaires

Vertaal Matrix voor bekorting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baisse des salaires bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; verkorting ontering; salarisvermindering; verlaging
réduction bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; verkorting achteruitgang; aftrek; aftrekking; baisse; beknotting; deductie; deflatie; herleidbaarheid; herleiding; inkorting; inkrimping; inname; inperking; kleiner maken; korting; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; reduceren; reductie; salarisvermindering; simplificatie; vereenvoudiging; verkleining; verkrappen; verlaging; vermindering; verval
réduction de dépenses bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; verkorting beknotting; bezuiniging; inkrimping; kleiner maken; kostenverlaging; reduceren
économie bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; verkorting beknotting; bezuiniging; economie; inkrimping; kleiner maken; kostenverlaging; nationale economie; reduceren; spaarzaamheid; staathuishoudkunde; staatshuishouding; volkshuishouding; zuinig zijn; zuinigheid

Wiktionary: bekorting

bekorting
noun
  1. action d’abréger ; résultat de cette action.