Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. benutting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor benutting (Nederlands) in het Frans

benutting:

benutting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de benutting
    l'utilisation; l'emploi; le profit

Vertaal Matrix voor benutting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emploi benutting aanstelling; aanwenden; aanwending; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; behandeling; benoeming; beroep; bezigheid; dienstbetrekking; dienstverband; functie; gebruik; gewoonte; hantering; inspanning; installatie; inzet; job; karwei; loonarbeid; loonwerk; positie; professie; taak; taakverschaffing; tewerkstelling; toepassing; traditie; usance; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkverschaffing; werkzaamheid
profit benutting baat; bruikbaarheid; gewin; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; uitkomst; voortbrengsel; waarde; winst
utilisation benutting aanwenden; aanwending; gebruik; inzet; toepassing; utilisatie

Wiktionary: benutting


Cross Translation:
FromToVia
benutting emploi; travail employment — the work or occupation for which one is paid