Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beoogd (Nederlands) in het Frans

beoogd:

beoogd bijvoeglijk naamwoord

  1. beoogd (voorgenomen)
    prévu; entendu; projeté; visé; proposé; poursuivi
  2. beoogd (voorgesteld)
    proposé; visé; présenté; imaginé; privilégié; figuré

Vertaal Matrix voor beoogd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
privilégié bevoorrechte; voorgetrokkene
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entendu beoogd; voorgenomen aankomend; aanstaand; begrepen; toekomend; toekomstig; toekomstige
figuré beoogd; voorgesteld illustratief; oneigenlijk
imaginé beoogd; voorgesteld bedacht; denkbeeldig; fictief; gefabriceerd; gefingeerd; uit de duim gezogen; verzonnen
poursuivi beoogd; voorgenomen
privilégié beoogd; voorgesteld bevoorrecht; dierbaar; favoriete; geprivilegeerd; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren
projeté beoogd; voorgenomen
proposé beoogd; voorgenomen; voorgesteld aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
présenté beoogd; voorgesteld gepresenteerd; ingediend; voorgelegd
prévu beoogd; voorgenomen gepland
visé beoogd; voorgenomen; voorgesteld verschroefd

beogen:

beogen werkwoord (beoog, beoogt, beoogde, beoogden, beoogd)

  1. beogen (ten doel hebben; bedoelen)
    viser; aspirer; se proposer; avoir en vue; ambitionner; poursuivre
    • viser werkwoord (vise, vises, visons, visez, )
    • aspirer werkwoord (aspire, aspires, aspirons, aspirez, )
    • se proposer werkwoord
    • avoir en vue werkwoord
    • ambitionner werkwoord (ambitionne, ambitionnes, ambitionnons, ambitionnez, )
    • poursuivre werkwoord (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, )

Conjugations for beogen:

o.t.t.
  1. beoog
  2. beoogt
  3. beoogt
  4. beogen
  5. beogen
  6. beogen
o.v.t.
  1. beoogde
  2. beoogde
  3. beoogde
  4. beoogden
  5. beoogden
  6. beoogden
v.t.t.
  1. heb beoogd
  2. hebt beoogd
  3. heeft beoogd
  4. hebben beoogd
  5. hebben beoogd
  6. hebben beoogd
v.v.t.
  1. had beoogd
  2. had beoogd
  3. had beoogd
  4. hadden beoogd
  5. hadden beoogd
  6. hadden beoogd
o.t.t.t.
  1. zal beogen
  2. zult beogen
  3. zal beogen
  4. zullen beogen
  5. zullen beogen
  6. zullen beogen
o.v.t.t.
  1. zou beogen
  2. zou beogen
  3. zou beogen
  4. zouden beogen
  5. zouden beogen
  6. zouden beogen
diversen
  1. beoog!
  2. beoogt!
  3. beoogd
  4. beogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beogen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. beogen (streven; pogen; ambitie; )
    l'intention; l'aspiration; le but; l'ambition; le ce que l'on vise

Vertaal Matrix voor beogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambition aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten ambitie; aspiratie; devotie; eerzucht; genegenheid; grootste streven; hoogste doel; ideaal; ijver; inzet; mikken op; overgave; streven; toegewijdheid; toewijding; trouw; zorgzaamheid
aspiration aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten aandrang; adem; ademhaling; ademtocht; ambitie; aspiratie; drang; eerzucht; hunkeren; inademing; inhalatie; najagen; nastreven; smachten; speurtocht; streven; verlangen; zoektocht
but aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; doel; doel bij voetbalwedstrijd; doeleinde; doelpunt; doelstelling; doelwit; einddoel; goal; intentie; inzet; mikpunt; moedwil; oogmerk; schietschijf; streven; treffer; voornemen
ce que l'on vise aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten
intention aansturen op; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; intentie; pogen; streven; streven naar; trachten bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; denkbeeld; doel; doeleinde; geest; geneigdheid; gerichtheid op; gezichtspunt; idee; inhoud; intentie; interpretatie; inzet; inzicht; lezing; mening; moedwil; neiging; oogmerk; oordeel; opinie; opvatting; opzet; oriëntatie op; plan; standpunt; strekking; streven; tendens; teneur; toeleg; trend; visie; voornemen; zienswijze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambitionner bedoelen; beogen; ten doel hebben ambiëren; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar
aspirer bedoelen; beogen; ten doel hebben absorberen; afzuigen; een snuif nemen; hopen; iets ophalen; insnuiven; opnemen; opslorpen; opslurpen; opsnuiven; opzuigen; snuiven; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegzuigen
avoir en vue bedoelen; beogen; ten doel hebben aansturen op; bedoelen; doel beogen; ergens iets mee willen zeggen; van plan zijn; viseren; voorhebben
poursuivre bedoelen; beogen; ten doel hebben achternagaan; achternalopen; avanceren; azen; berechten; continueren; daarnaast doen; doorgaan; doorlopen; doorrijden; doorwerken; een stapje verder gaan; komen na; nalopen; navolgen; prolongeren; prooizoeken; verder doen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten
se proposer bedoelen; beogen; ten doel hebben
viser bedoelen; beogen; ten doel hebben aansturen; aansturen op; diepte loden; doel beogen; doelen; gericht werpen; ijveren; in een bep. richting plaatsen; mikken; mikken op; richten; streven; streven naar; viseren

Wiktionary: beogen

beogen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens