Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bereiden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bereiden (Nederlands) in het Frans

bereiden:

bereiden werkwoord (bereid, bereidt, bereidde, bereidden, bereid)

  1. bereiden (iets toebereiden; klaarmaken; prepareren; brouwen)
    préparer; apprêter
    • préparer werkwoord (prépare, prépares, préparons, préparez, )
    • apprêter werkwoord (apprête, apprêtes, apprêtons, apprêtez, )
  2. bereiden (toebereiden; klaarmaken; gereed maken; brouwen)
    apprêter; se préparer à; préparer
    • apprêter werkwoord (apprête, apprêtes, apprêtons, apprêtez, )
    • se préparer à werkwoord
    • préparer werkwoord (prépare, prépares, préparons, préparez, )

Conjugations for bereiden:

o.t.t.
  1. bereid
  2. bereidt
  3. bereidt
  4. bereiden
  5. bereiden
  6. bereiden
o.v.t.
  1. bereidde
  2. bereidde
  3. bereidde
  4. bereidden
  5. bereidden
  6. bereidden
v.t.t.
  1. heb bereid
  2. hebt bereid
  3. heeft bereid
  4. hebben bereid
  5. hebben bereid
  6. hebben bereid
v.v.t.
  1. had bereid
  2. had bereid
  3. had bereid
  4. hadden bereid
  5. hadden bereid
  6. hadden bereid
o.t.t.t.
  1. zal bereiden
  2. zult bereiden
  3. zal bereiden
  4. zullen bereiden
  5. zullen bereiden
  6. zullen bereiden
o.v.t.t.
  1. zou bereiden
  2. zou bereiden
  3. zou bereiden
  4. zouden bereiden
  5. zouden bereiden
  6. zouden bereiden
diversen
  1. bereid!
  2. bereidt!
  3. bereid
  4. bereidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bereiden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. bereiden (klaarmaken)
    le préparage
  2. bereiden (toebereiding; bereiding; aanmaken)
    la préparation

Vertaal Matrix voor bereiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
préparage bereiden; klaarmaken
préparation aanmaken; bereiden; bereiding; toebereiding bereidingswijze; de maaltijd bereiden; koken; preparaat; toebereiden; voorbereiden; voorbereiding; voorbewerking; voorwerk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apprêter bereiden; brouwen; gereed maken; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren; toebereiden
préparer bereiden; brouwen; gereed maken; iets toebereiden; klaarmaken; prepareren; toebereiden alvast neerzetten; bedenken; beramen; gereedmaken; klaar leggen; klaarleggen; klaarmaken; klaarzetten; plan beramen; prepareren; uitspreiden; verzinnen; voorbereiden; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorwerken; zinnen
se préparer à bereiden; brouwen; gereed maken; klaarmaken; toebereiden prepareren; voorbereiden; voorbereiding treffen; voorbewerken; voorwerken

Wiktionary: bereiden

bereiden
Cross Translation:
FromToVia
bereiden mettre en place; installer set up — to ready something for use

Verwante vertalingen van bereiden