Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bezitster:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bezitster (Nederlands) in het Frans

bezitster:

bezitster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bezitster
    la propriétaire

Vertaal Matrix voor bezitster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
propriétaire bezitster bezitter; café-eigenaar; drager; eigenaar; hospes; houder; huisbaas; huisbezitter; huiseigenaar; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kroegbaas; pensionhouder; verhuurder; verpachter; waard; woningbezitter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
propriétaire eigenaar

Verwante woorden van "bezitster":

  • bezitsters

Wiktionary: bezitster


Cross Translation:
FromToVia
bezitster propriétaire owner — one who owns