Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bijblijven (Nederlands) in het Frans

bijblijven:

bijblijven werkwoord (blijf bij, blijft bij, bleef bij, bleven bij, bijgebleven)

  1. bijblijven (bijbenen; bijhouden)
    suivre; ne pas être en arrière; marcher du même pas
    • suivre werkwoord (suis, suit, suivons, suivez, )
  2. bijblijven (bij bewustzijn blijven)

Conjugations for bijblijven:

o.t.t.
  1. blijf bij
  2. blijft bij
  3. blijft bij
  4. blijven bij
  5. blijven bij
  6. blijven bij
o.v.t.
  1. bleef bij
  2. bleef bij
  3. bleef bij
  4. bleven bij
  5. bleven bij
  6. bleven bij
v.t.t.
  1. heb bijgebleven
  2. hebt bijgebleven
  3. heeft bijgebleven
  4. hebben bijgebleven
  5. hebben bijgebleven
  6. hebben bijgebleven
v.v.t.
  1. had bijgebleven
  2. had bijgebleven
  3. had bijgebleven
  4. hadden bijgebleven
  5. hadden bijgebleven
  6. hadden bijgebleven
o.t.t.t.
  1. zal bijblijven
  2. zult bijblijven
  3. zal bijblijven
  4. zullen bijblijven
  5. zullen bijblijven
  6. zullen bijblijven
o.v.t.t.
  1. zou bijblijven
  2. zou bijblijven
  3. zou bijblijven
  4. zouden bijblijven
  5. zouden bijblijven
  6. zouden bijblijven
diversen
  1. blijf bij!
  2. blijft bij!
  3. bijgebleven
  4. bijblijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bijblijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marcher du même pas bijbenen; bijblijven; bijhouden
ne pas être en arrière bijbenen; bijblijven; bijhouden
rester conscient bij bewustzijn blijven; bijblijven
suivre bijbenen; bijblijven; bijhouden achternagaan; achternalopen; belopen; betreden; bewandelen; bijhouden; gehoorzamen; komen na; luisteren; naleven; nalopen; navolgen; opvolgen; te voet afleggen; traceren; volgen
être à jour bij bewustzijn blijven; bijblijven