Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bliksem:
  2. bliksemen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bliksem (Nederlands) in het Frans

bliksem:

bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bliksem (weerlicht)
    la foudre; l'éclair
    • foudre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • éclair [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de bliksem (bliksemschicht; bliksemslag; flits; bliksemflits)
    la foudre; l'éclair; le flash
    • foudre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • éclair [le ~] zelfstandig naamwoord
    • flash [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. de bliksem (hemelvuur)
    l'éclair; le feu céleste; la fulguration

Vertaal Matrix voor bliksem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feu céleste bliksem; hemelvuur
flash bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits flakkering; flikkering; flits; flitser; flitslamp; flitslampje; flitslicht; geflikker; reclamespot; schijn; schittering; snel beeld; spot
foudre bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; weerlicht
fulguration bliksem; hemelvuur
éclair bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; hemelvuur; weerlicht flakkering; flikkering; flits; flitslicht; geflikker; schicht; schijn; schittering; snel beeld

Verwante woorden van "bliksem":


Verwante definities voor "bliksem":

  1. een lichtflits door de lucht1
    • eerst was er alleen onweer, later ook bliksem1

Wiktionary: bliksem

bliksem
noun
  1. Fluide électrique
  2. Éclat de lumière

Cross Translation:
FromToVia
bliksem éclair lightning — flash of light
bliksem foudre lightning — discharge
bliksem éclair; foudre BlitzPhysik, Meteorologie: sichtbare Lichterscheinung bei einer elektrischen Entladung

bliksemen:

bliksemen werkwoord (bliksem, bliksemt, bliksemde, bliksemden, gebliksemd)

  1. bliksemen (lichten; weerlichten)
    foudroyer; donner des éclairs; lever; décharger
    • foudroyer werkwoord (foudroie, foudroies, foudroyons, foudroyez, )
    • lever werkwoord (lève, lèves, levons, levez, )
    • décharger werkwoord (décharge, décharges, déchargons, déchargez, )

Conjugations for bliksemen:

o.t.t.
  1. bliksem
  2. bliksemt
  3. bliksemt
  4. bliksemen
  5. bliksemen
  6. bliksemen
o.v.t.
  1. bliksemde
  2. bliksemde
  3. bliksemde
  4. bliksemden
  5. bliksemden
  6. bliksemden
v.t.t.
  1. heb gebliksemd
  2. hebt gebliksemd
  3. heeft gebliksemd
  4. hebben gebliksemd
  5. hebben gebliksemd
  6. hebben gebliksemd
v.v.t.
  1. had gebliksemd
  2. had gebliksemd
  3. had gebliksemd
  4. hadden gebliksemd
  5. hadden gebliksemd
  6. hadden gebliksemd
o.t.t.t.
  1. zal bliksemen
  2. zult bliksemen
  3. zal bliksemen
  4. zullen bliksemen
  5. zullen bliksemen
  6. zullen bliksemen
o.v.t.t.
  1. zou bliksemen
  2. zou bliksemen
  3. zou bliksemen
  4. zouden bliksemen
  5. zouden bliksemen
  6. zouden bliksemen
diversen
  1. bliksem!
  2. bliksemt!
  3. gebliksemd
  4. bliksemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bliksemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donner des éclairs bliksemen; lichten; weerlichten flitsen; lichten; oplichten
décharger bliksemen; lichten; weerlichten aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afmaken; afreageren; afscheiden; afschieten; afslachten; afvloeien; afvoeren; afvuren; congé geven; dechargeren; doden; ecarteren; eruit gooien; flitsen; iets uitladen; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lichten; lossen; lozen; luchten; moorden; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; onschuldig verklaren; ontheffen; ontladen; ontslaan; oplichten; schieten; schieten op; schoten lossen; uitgieten; uitladen; uitscheiden; uitschenken; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; vermoorden; verzenden; vrijpleiten; vrijspreken; vuren; wegsturen; wegzenden; zuiveren
foudroyer bliksemen; lichten; weerlichten flitsen; lichten; oplichten
lever bliksemen; lichten; weerlichten aanwassen; afhalen; afnemen; expanderen; gaan staan; heffen; hieuwen; hieven; hijsen; in de hoogte steken; lichten; meenemen; met een spil omhoogwerken; met een takel ophijsen; naar boven tillen; naar boven trekken; nullificeren; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoog rukken; omhoog trekken; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogrukken; omhoogsteken; omhoogstijgen; ondervangen; openen; ophalen; opheffen; ophijsen; opstaan; optillen; opzwellen; rijzen; stijgen; takelen; teniet doen; tillen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; verheffen; verijdelen; vermeerderen; vernietigen; verruimen; verwijden; weghalen; wegnemen; zwellen

Verwante woorden van "bliksemen":