Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bouwkunde:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwkunde (Nederlands) in het Frans

bouwkunde:

bouwkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwkunde (bouwkunst; bouwtechniek)
    l'architecture; l'arts architecturaux; le métier de l'architecture
  2. de bouwkunde

Vertaal Matrix voor bouwkunde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
architecture bouwkunde; bouwkunst; bouwtechniek architectuur; bouwkunst; bouwtechniek; constructietechniek
arts architecturaux bouwkunde; bouwkunst; bouwtechniek
métier de l'architecture bouwkunde; bouwkunst; bouwtechniek
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
génie civil bouwkunde

Wiktionary: bouwkunde

bouwkunde
noun
  1. rare|fr Synonyme d’architecture.