Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. bres:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bres (Nederlands) in het Frans

bres:

bres [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bres (opening; gat)
    le trou; la brèche; l'ouverture; la trouée
    • trou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • brèche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trouée [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bres:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brèche bres; gat; opening deuropening; opening
ouverture bres; gat; opening aanvang; begin; brandpuntsverhouding; f-getal; inzet; lek; lekken; ontsluiten; ontsluiting; opendoen; openduwen; opening; openlegging; openmaken; openstelling; openstoten; ouverture; start
trou bres; gat; opening kuil; lek; lekken; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; oog orgaan; oogje; steenkuilen; tussenuur; uithoek; uitholling; ventilatiekanaal; vrije uur
trouée bres; gat; opening doorkijkje

Verwante woorden van "bres":

  • bressen

Wiktionary: bres

bres
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens