Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. brokstuk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brokstuk (Nederlands) in het Frans

brokstuk:

brokstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het brokstuk (wrakstuk)
    la bribes; le morceau; le fragment; l'épave
    • bribes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fragment [le ~] zelfstandig naamwoord
    • épave [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brokstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bribes brokstuk; wrakstuk
fragment brokstuk; wrakstuk deel; diggel; fractie; fragment; gedeelte; klompje; klontertje; klontje; part; reepje; scherf; splinter; stuk
morceau brokstuk; wrakstuk aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; boterham; brok; component; deel; deeltje; diggel; element; fractie; ingrediënt; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; onderdeel; onderdeeltje; part; plak brood; scherf; segment; snee; sneetje; splinter; stuk; suikerklontje
épave brokstuk; wrakstuk autowrak; scheepswrak; schroothoop; wrak

Verwante woorden van "brokstuk":

  • brokstukken, brokstukje, brokstukjes