Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. calqueren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor calqueren (Nederlands) in het Frans

calqueren:

calqueren werkwoord (calqueer, calqueert, calqueerde, calqueerden, gecalqueerd)

  1. calqueren
    décalquer
    • décalquer werkwoord (décalque, décalques, décalquons, décalquez, )

Conjugations for calqueren:

o.t.t.
  1. calqueer
  2. calqueert
  3. calqueert
  4. calqueren
  5. calqueren
  6. calqueren
o.v.t.
  1. calqueerde
  2. calqueerde
  3. calqueerde
  4. calqueerden
  5. calqueerden
  6. calqueerden
v.t.t.
  1. heb gecalqueerd
  2. hebt gecalqueerd
  3. heeft gecalqueerd
  4. hebben gecalqueerd
  5. hebben gecalqueerd
  6. hebben gecalqueerd
v.v.t.
  1. had gecalqueerd
  2. had gecalqueerd
  3. had gecalqueerd
  4. hadden gecalqueerd
  5. hadden gecalqueerd
  6. hadden gecalqueerd
o.t.t.t.
  1. zal calqueren
  2. zult calqueren
  3. zal calqueren
  4. zullen calqueren
  5. zullen calqueren
  6. zullen calqueren
o.v.t.t.
  1. zou calqueren
  2. zou calqueren
  3. zou calqueren
  4. zouden calqueren
  5. zouden calqueren
  6. zouden calqueren
diversen
  1. calqueer!
  2. calqueert!
  3. gecalqueerd
  4. calquerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor calqueren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
décalquer calqueren bedekken; bekleden; overtrekken

Wiktionary: calqueren

calqueren
verb
  1. op doorschijnend papier of linnen overtrekken
calqueren
verb
  1. Relever les traits d’un dessin

Cross Translation:
FromToVia
calqueren calquer trace — to copy onto a sheet of transparent paper