Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. casco:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor casco (Nederlands) in het Frans

casco:

casco [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het casco (scheepsromp)
    le corps; la coque; le corps de navire
  2. het casco (vliegtuigromp)
    le fuselage
  3. het casco (cascowoning)

Vertaal Matrix voor casco:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coque casco; scheepsromp kokkel; schaal; schelp
corps casco; scheepsromp afdeling; anatomie; corps; departement; detachement; hoofdtekst; korps; korpus; lichaam; lijf; lijken; menselijk lichaam; sectie; tak
corps de navire casco; scheepsromp
fuselage casco; vliegtuigromp
maison uniquement constituée du corps casco; cascowoning

Wiktionary: casco


Cross Translation:
FromToVia
casco coque hull — frame of a ship or plane