Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. concentreren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor concentreren (Nederlands) in het Frans

concentreren:

concentreren werkwoord (concentreer, concentreert, concentreerde, concentreerden, geconcentreerd)

  1. concentreren (samenbrengen; bijeenbrengen; bij elkaar brengen)
    concentrer; rassembler; réunir; unir
    • concentrer werkwoord (concentre, concentres, concentrons, concentrez, )
    • rassembler werkwoord (rassemble, rassembles, rassemblons, rassemblez, )
    • réunir werkwoord (réunis, réunit, réunissons, réunissez, )
    • unir werkwoord (unis, unit, unissons, unissez, )

Conjugations for concentreren:

o.t.t.
  1. concentreer
  2. concentreert
  3. concentreert
  4. concentreren
  5. concentreren
  6. concentreren
o.v.t.
  1. concentreerde
  2. concentreerde
  3. concentreerde
  4. concentreerden
  5. concentreerden
  6. concentreerden
v.t.t.
  1. heb geconcentreerd
  2. hebt geconcentreerd
  3. heeft geconcentreerd
  4. hebben geconcentreerd
  5. hebben geconcentreerd
  6. hebben geconcentreerd
v.v.t.
  1. had geconcentreerd
  2. had geconcentreerd
  3. had geconcentreerd
  4. hadden geconcentreerd
  5. hadden geconcentreerd
  6. hadden geconcentreerd
o.t.t.t.
  1. zal concentreren
  2. zult concentreren
  3. zal concentreren
  4. zullen concentreren
  5. zullen concentreren
  6. zullen concentreren
o.v.t.t.
  1. zou concentreren
  2. zou concentreren
  3. zou concentreren
  4. zouden concentreren
  5. zouden concentreren
  6. zouden concentreren
en verder
  1. ben geconcentreerd
  2. bent geconcentreerd
  3. is geconcentreerd
  4. zijn geconcentreerd
  5. zijn geconcentreerd
  6. zijn geconcentreerd
diversen
  1. concentreer!
  2. concentreert!
  3. geconcentreerd
  4. concentrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

concentreren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. concentreren
    la concentration

Vertaal Matrix voor concentreren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concentration concentreren aandacht verenigen; concentratie; dichtheid; geconcentreerdheid; gespannenheid; ingespannenheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concentrer bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; samenbrengen centraliseren; door koken dikker worden; indikken; verdikken
rassembler bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; samenbrengen bijeen dragen; bijeen roepen; bijeenroepen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; convoceren; inzamelen; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; samenroepen; scharen; sparen; verenigen; vergaren; verzamelen
réunir bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; samenbrengen afspreken; bijeen krijgen; bijeen voegen; bijeenkrijgen; combineren; een combinatie maken; een fusie aangaan; elkaar ontmoeten; elkaar zien; fuseren; herenigen; ineensmelten; samengaan; samenkomen; samensmelten; samenvoegen; treffen; verenigen; versmelten; verzamelen; weer bijeenbrengen
unir bij elkaar brengen; bijeenbrengen; concentreren; samenbrengen bijeen voegen; bundelen; combineren; koppelen; paren; samenvoegen; verbinden; verbroederen; zich verzoenen met

Wiktionary: concentreren

concentreren
verb
  1. op één plek samenbrengen
  2. zich ~ op één zaak toespitsen

Cross Translation:
FromToVia
concentreren concentrer concentrate — bring to, or direct toward, a common center
concentreren concentrer concentrate — increase the strength and diminish the bulk of, as of a liquid or an ore
concentreren concentrer concentrate — focus one's thought or attention