Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. condenseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor condenseren (Nederlands) in het Frans

condenseren:

condenseren werkwoord (condenseer, condenseert, condenseerde, condenseerden, gecondenseerd)

  1. condenseren
    condenser
    • condenser werkwoord (condense, condenses, condensons, condensez, )

Conjugations for condenseren:

o.t.t.
  1. condenseer
  2. condenseert
  3. condenseert
  4. condenseren
  5. condenseren
  6. condenseren
o.v.t.
  1. condenseerde
  2. condenseerde
  3. condenseerde
  4. condenseerden
  5. condenseerden
  6. condenseerden
v.t.t.
  1. heb gecondenseerd
  2. hebt gecondenseerd
  3. heeft gecondenseerd
  4. hebben gecondenseerd
  5. hebben gecondenseerd
  6. hebben gecondenseerd
v.v.t.
  1. had gecondenseerd
  2. had gecondenseerd
  3. had gecondenseerd
  4. hadden gecondenseerd
  5. hadden gecondenseerd
  6. hadden gecondenseerd
o.t.t.t.
  1. zal condenseren
  2. zult condenseren
  3. zal condenseren
  4. zullen condenseren
  5. zullen condenseren
  6. zullen condenseren
o.v.t.t.
  1. zou condenseren
  2. zou condenseren
  3. zou condenseren
  4. zouden condenseren
  5. zouden condenseren
  6. zouden condenseren
diversen
  1. condenseer!
  2. condenseert!
  3. gecondenseerd
  4. condenserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor condenseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condenser condenseren comprimeren; samendrukken; samenpersen

Wiktionary: condenseren

condenseren
verb
  1. overgaan van gasvormige naar vloeibare toestand

Cross Translation:
FromToVia
condenseren condenser condense — to transform something into a liquid
condenseren condenser condense — to be transformed into a liquid