Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. definitief:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor definitief (Nederlands) in het Frans

definitief:

definitief bijvoeglijk naamwoord

  1. definitief (vastgesteld; vaststaand; permanent)
    définitif; définitivement; permanent; fixe; irrévocable; pour toujours; pour de bon; établi; certain
  2. definitief (voorgoed; onverandelijk; permanent)
    pour toujours; définitivement; pour de bon

Vertaal Matrix voor definitief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent vrijgestelde
établi schaafbank; werkbank
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- uiteindelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certain definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heel zeker; heus; onafwendbaar; ongetwijfeld; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; ronduit; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
définitif definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand definitieve; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
définitivement definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk
fixe definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand bestendig; chagrijnig; geconcentreerd; ingespannen; knorrig; korzelig; nors; nurks; onafgewend; onbuigzaam; onveranderlijk; onverzettelijk; star; stijfkoppig; strak; stug; taai; van sterk gehalte; verdiept; verstard
irrévocable definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand definitieve; onafwendbaar; onherroepelijk; onherstelbaar; onontkoombaar; onvermijdelijk; onweerlegbaar; reddeloos; vast en zeker
permanent definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijd; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; telkens; voortdurend
pour de bon definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed
pour toujours definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed altijd; altijddurend; altoos; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; immer; onvergankelijk; voor altijd; voor het leven; voor immer
établi definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand gesticht; gevestigd; gezeten; opgericht

Synoniemen voor "definitief":


Antoniemen van "definitief":


Verwante definities voor "definitief":

  1. het verandert niet meer, voor altijd1
    • wat is de definitieve uitslag?1

Wiktionary: definitief

definitief
adjective
  1. Qui régler, fixer de manière qu’on n’y devoir plus revenir.

Cross Translation:
FromToVia
definitief dernier; ultime final — last; ultimate
definitief dernier ultimate — last or final in a series