Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. depot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor depot (Nederlands) in het Frans

depot:

depot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de depot (opslagplaats; warenhuis; pakhuis; )
    le garde-magasin; le magasin; le dépôt; l'entrepôt; la réserve; la remise; le stock
  2. de depot (bezinksel; residu; sediment; )
    le résidu; le sédiment

Vertaal Matrix voor depot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dépôt bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis aandeel; afgifte; aflevering; afstaan; afzetting; arsenaal; berghok; berging; bergruimte; bewaarplaats; bewaring; bezinksel; bezorging; bijdrage; deposito; dik; drab; droesem; geldzending; geleverde; grondsop; in bewaring geven; inbreng; indiening; leverantie; levering; ligopslagplaats; loods voor vervoermiddelen; magazijn; moer; opslagruimte; overdracht; overhandiging; presentatie; provisiekamer; provisiekast; remise; toevertrouwen; tuighuis; uitlevering; voorraadkamer; voorraadplaats; wapenkamer; zadelkamer; zetsel
entrepôt bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis geweermagazijn; magazijn; provisiekamer; provisiekast; voorraadkamer; voorraadplaats
garde-magasin bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis geweermagazijn; magazijn; provisiekamer; provisiekast; voorraadkamer; voorraadplaats
magasin bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis magazijn; provisiekast; voorraadmagazijn; winkel; winkelpand; winkelzaak; zaak
remise bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis aanbieding; afgifte; aflevering; afstaan; aftrek; aftrekking; barak; berghok; berging; bergruimte; bezorging; bouwkeet; deductie; geleverde; hangaar; hok; hokje; hut; hutje; indiening; inlevering; keet; koetshuis; korting; leverantie; levering; loods; overdracht; overhandiging; overlegging; presentatie; prijsverlaging; provisiekast; reductie; schuur; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlevering; uitreiking; vermindering; verstrekking; zending
réserve bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis afgifte; bedeesdheid; bezorging; geleverde; gematigdheid; gereserveerdheid; geslotenheid; ingetogenheid; leverantie; levering; magazijn; matigheid; reservaat; schroom; schuwheid; stemmigheid; terughoudendheid; timiditeit; verlegenheid; voorbehoud; voorraadmagazijn; wildpark; zedigheid
résidu afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; moer; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; zetsel
stock bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis afgifte; bezorging; geleverde; goederenvoorraad; leverantie; levering; voorraad; voorraden
sédiment afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
remise korting
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dépôt bewaarplaats

Verwante woorden van "depot":


Wiktionary: depot

depot
noun
  1. logistique|fr lieu où l’on mettre des marchandises en dépôt.

Cross Translation:
FromToVia
depot entrepôt Lager — Raum oder Gebäude zur geordneten Unterbringung von Waren