Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. deugnieten:
  2. deugniet:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deugnieten (Nederlands) in het Frans

deugnieten:

deugnieten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de deugnieten (gladakkers; boefjes; guiten; schavuiten)
    la canaille; le fripons; le fripouilles; l'espiègles; le voyous; le vauriens

Vertaal Matrix voor deugnieten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canaille boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten achterbaks persoon; bocht; boef; broeden; canaille; eikel; ellendeling; etter; etterbak; fielt; gajes; geboefte; gebroed; gemenerik; gepeupel; gespuis; geteisem; grauw; hoerenjong; hond; hondsvot; klier; klootzak; kreng; kuttenkop; loeder; lul; mispunt; naarling; picaro; plebs; pleurislijder; pleurislijer; ploert; rapaille; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schorriemorrie; schurk; slechte drank; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd; stuk ongeluk; tuig; uitschot; uitvaagsel
espiègles boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten guiten; olijkerds
fripons boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten guiten; olijkerds
fripouilles boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten gemeneriken; schoften; smeerlappen; varkens; viezeriken; zwijnen
vauriens boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten
voyous boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; schavuiten

Verwante woorden van "deugnieten":


deugniet:

deugniet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de deugniet (guit; stinkerd; snaak; rakker)
    l'espiègle; le gaillard; le misérable; le farceur; la paillasse; le plaisantin; le clown
  2. de deugniet (kwajongen; boefje; bengel; )
    l'espiègle; le polisson; le gamin
    • espiègle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • polisson [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gamin [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deugniet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clown deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd clown; debiel; flapdrol; gek; grappenmaker; guit; harlekijn; idioot; imbeciel; joker; komiek; lolbroek; mafkees; mafketel; mafkikker; mallerd; malloot; olijkerd; paljas; pias; pierrot; potsenmaker; snaak; uilenspiegel; waanzinnige; zot; zottin
espiègle bengel; boefje; deugniet; guit; kwajongen; ondeugd; rakker; schavuit; schelm; snaak; stinkerd; vlegel grappenmaker; guit; jongen; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; rakker; schalk; snaak; stouterd; uilenspiegel
farceur deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd fopper; grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; potsenmaker; snaak; uilenspiegel
gaillard deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; sujet; vent
gamin bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel dreumes; hummel; joch; jochie; jongetje; klein jongetje; klein kind; kleine jongen; kleintje; peuter; snuiter; straatjongen; uk; vandaal; worm; wurm
misérable deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd ellendeling; etter; etterbak; fielt; flierefluiter; geitenbreier; klier; kreng; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; naarling; nietsnut; pauper; rotzak; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; smiecht; stinkerd; stuk ongeluk
paillasse deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; stromatras; uilenspiegel
plaisantin deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd grappenmaker; guit; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; potsenmaker; schertsfiguur; snaak; uilenspiegel
polisson bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel blaag; boef; fielt; jongen; jongens; lelijkerd; picaro; rakker; rakkers; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stouterd; viezerik; zwijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espiègle geestig; geinig; grappig; guitig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; olijk
gamin bengelachtig; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
misérable akelig; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; flodderig; funest; futloos; haveloos; hokkerig; karig; kwijnend; lamlendig; lamzalig; luizig; lusteloos; mager; mat; meelijwekkend; miserabel; naar; noodlottig; ongelukkig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slap; verlopen
polisson bengelachtig; ernaast; fout; foutief; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; rekelachtig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; ten onrechte; verkeerd

Verwante woorden van "deugniet":


Synoniemen voor "deugniet":


Verwante definities voor "deugniet":

  1. iemand die stout is1
    • de deugniet heeft een spin in de soep gedaan1

Wiktionary: deugniet

deugniet
noun
  1. een ondeugend kind

Cross Translation:
FromToVia
deugniet diable devil — wicked or naughty person
deugniet fripouille; canaille; crapule rascal — someone who is naughty