Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dik worden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dik worden (Nederlands) in het Frans

dik worden:

dik worden werkwoord (word dik, wordt dik, werd dik, werden dik, dik geworden)

  1. dik worden (uitdijen; opzwellen)
    gonfler; grossir; se dilater; s'amplifier; s'enfler; prendre du poids; prendre de l'ampleur; prendre de l'expansion
    • gonfler werkwoord (gonfle, gonfles, gonflons, gonflez, )
    • grossir werkwoord (grossis, grossit, grossissons, grossissez, )
    • se dilater werkwoord
    • s'amplifier werkwoord
    • s'enfler werkwoord
    • prendre du poids werkwoord

Conjugations for dik worden:

o.t.t.
  1. word dik
  2. wordt dik
  3. wordt dik
  4. worden dik
  5. worden dik
  6. worden dik
o.v.t.
  1. werd dik
  2. werd dik
  3. werd dik
  4. werden dik
  5. werden dik
  6. werden dik
v.t.t.
  1. ben dik geworden
  2. bent dik geworden
  3. is dik geworden
  4. zijn dik geworden
  5. zijn dik geworden
  6. zijn dik geworden
v.v.t.
  1. was dik geworden
  2. was dik geworden
  3. was dik geworden
  4. waren dik geworden
  5. waren dik geworden
  6. waren dik geworden
o.t.t.t.
  1. zal dik worden
  2. zult dik worden
  3. zal dik worden
  4. zullen dik worden
  5. zullen dik worden
  6. zullen dik worden
o.v.t.t.
  1. zou dik worden
  2. zou dik worden
  3. zou dik worden
  4. zouden dik worden
  5. zouden dik worden
  6. zouden dik worden
diversen
  1. word dik!
  2. wordt dik!
  3. dik geworden
  4. dik wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dik worden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gonfler dik worden; opzwellen; uitdijen doen zwellen; expanderen; farceren; laten exploderen; opblazen; opdrijven; openen; opschroeven; opvullen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; veel doen stijgen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; vullen; zwellen
grossir dik worden; opzwellen; uitdijen aandikken; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bollen; de hoogte ingaan; dikker worden; expanderen; geconcentreerder worden; gedijen; groeien; groter worden; iets overdreven voorstellen; laten exploderen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; opblazen; opbollen; openen; opkloppen; opschroeven; opzetten; opzwellen; overdreven voorstellen; overdrijven; rijzen; stijgen; stollen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; verdikken; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
prendre de l'ampleur dik worden; opzwellen; uitdijen expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
prendre de l'expansion dik worden; opzwellen; uitdijen expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
prendre du poids dik worden; opzwellen; uitdijen expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
s'amplifier dik worden; opzwellen; uitdijen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogstijgen; openen; opzetten; opzwellen; rijzen; stijgen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
s'enfler dik worden; opzwellen; uitdijen dikker worden; etteren; expanderen; openen; opzwellen; pus afscheiden; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; verdikken; vermeerderen; verruimen; verwijden; zwellen
se dilater dik worden; opzwellen; uitdijen expanderen; openen; opzwellen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; wijder maken; zwellen


Verwante vertalingen van dik worden