Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dik (Nederlands) in het Frans

dik:

dik bijvoeglijk naamwoord

  1. dik (gezet; zwaarlijvig; corpulent; lijvig)
    gros; obèse; épais; fort; lourd; corpulent; adipeux
  2. dik (zwaar van lijf; lijvig; vet)
    gros; obèse; grosse; épaisse; corpulente; épais; grasse; corpulent; gras
  3. dik
    volumineux

dik [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het dik (droesem; drab; grondsop; )
    le sédiment; le résidu; le dépôt

Vertaal Matrix voor dik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dépôt bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel aandeel; afgifte; aflevering; afstaan; afzetting; arsenaal; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; bewaring; bezorging; bijdrage; deposito; depot; geldzending; geleverde; in bewaring geven; inbreng; indiening; leverantie; levering; ligopslagplaats; loods voor vervoermiddelen; magazijn; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; pakhuis; presentatie; provisiekamer; provisiekast; remise; toevertrouwen; tuighuis; uitlevering; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; wapenkamer; warenhuis; zadelkamer
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
gras olie; reuzel; smeer; vet
grosse gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk; grosse
résidu bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; zetsel
sédiment bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gras dik; lijvig; vet; zwaar van lijf smeerachtig; vet; vethoudend; vetrijk; vettig
- corpulent; dicht; ruim; zwaarlijvig
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dépôt bewaarplaats
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adipeux corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig vethoudend; vetrijk
corpulent corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig vet; vetlijvig; vettig
corpulente dik; lijvig; vet; zwaar van lijf
fort corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; danig; degelijk; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vet; vettig; vief; vol energie; vol fut; zeer
grasse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf moddervet
gros corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig groot; lijvig; omvangrijk; vet; vettig; volumineus
grosse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf in verwachting; lijvig; omvangrijk; volumineus; zwanger
lourd corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig benauwd; broeierig; geladen; lastig; lomp; machtig; met een groot gewicht; moeilijk; moeilijk verteerbaar; niet makkelijk; onelegant; ongemakkelijk; opladen van een geweer; plomp; slecht verteerbaar; vet; vettig; zwaar; zwoel
obèse corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig vet; vetlijvig; vettig
volumineux dik ampel; breed; breedvoerig; fors; lijvig; omstandig; omvangrijk; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uit de kluiten gewassen; uitgebreid; uitvoerig; vet; vettig; volumineus
épais corpulent; dik; gezet; lijvig; vet; zwaar van lijf; zwaarlijvig dicht; dicht opeen; dik vloeibaar; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus
épaisse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf vet; vettig

Verwante woorden van "dik":


Synoniemen voor "dik":


Antoniemen van "dik":


Verwante definities voor "dik":

  1. erg breed of met een grote omvang1
    • mijn zus is de laatste tijd erg dik1
  2. zonder veel tussenruimte1
    • zij heeft een dikke bos haar1
  3. weinig vloeibaar1
    • de saus is dik1
  4. niet precies, maar met iets erbij1
    • je krijgt een dikke tien!1

Wiktionary: dik

dik
adjective
  1. een naar verhouding grote dwarsdoorsnede hebbend
  2. de genoemde dwarsdoorsnede hebbend
  3. een naar verhouding grote lichaamsomvang hebbend
  4. ruim
  5. hecht
  6. nauw aaneengesloten
  7. weinig vloeibaar
dik
adjective
  1. épais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.
  2. Qui a beaucoup de circonférence ou de volume.
  3. Qui a une certaine mesure dans la dimension transversale.

Cross Translation:
FromToVia
dik gros bulky — large in size, mass, or volume
dik épais deep — thick in a vertical direction
dik gros fat — carrying a larger than normal amount of fat on one's body
dik épais fat — thick
dik rond; ronde round — plump
dik épais; gros thick — relatively great in extent from one surface to another
dik épais thick — heavy in build
dik épais thick — having a viscous consistency
dik copains comme cochons thick — friendly, intimate
dik épais thick — in a thick manner
dik épais thick — thickly

Verwante vertalingen van dik