Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dikdoenerij:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dikdoenerij (Nederlands) in het Frans

dikdoenerij:

dikdoenerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dikdoenerij (opschepperij; grootspraak; branie; )
    la bravade; le bluff; la vantardise; la fanfaronnade

Vertaal Matrix voor dikdoenerij:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bluff branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij bluf; bravoure; gebluf; gezwendel; grootspraak; oplichterij; oplichting; zwendel; zwendelarij
bravade branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij bluf; bravoure; gebluf; grootspraak; trotsering
fanfaronnade branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij bluf; bravoure; gebluf; grootspraak
vantardise branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij bluf; bravoure; gebluf; grootspraak

Wiktionary: dikdoenerij

dikdoenerij
noun
  1. Propension à étaler ses vertus. (1)
  2. (familier, fr) apparence éblouissante mais trompeur.