Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. doordrijven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doordrijven (Nederlands) in het Frans

doordrijven:

doordrijven werkwoord (drijf door, drijft door, dreef door, dreven door, doorgedreven)

  1. doordrijven
    imposer; forcer; réussir à imposer
    • imposer werkwoord (impose, imposes, imposons, imposez, )
    • forcer werkwoord (force, forces, forçons, forcez, )

Conjugations for doordrijven:

o.t.t.
  1. drijf door
  2. drijft door
  3. drijft door
  4. drijven door
  5. drijven door
  6. drijven door
o.v.t.
  1. dreef door
  2. dreef door
  3. dreef door
  4. dreven door
  5. dreven door
  6. dreven door
v.t.t.
  1. heb doorgedreven
  2. hebt doorgedreven
  3. heeft doorgedreven
  4. hebben doorgedreven
  5. hebben doorgedreven
  6. hebben doorgedreven
v.v.t.
  1. had doorgedreven
  2. had doorgedreven
  3. had doorgedreven
  4. hadden doorgedreven
  5. hadden doorgedreven
  6. hadden doorgedreven
o.t.t.t.
  1. zal doordrijven
  2. zult doordrijven
  3. zal doordrijven
  4. zullen doordrijven
  5. zullen doordrijven
  6. zullen doordrijven
o.v.t.t.
  1. zou doordrijven
  2. zou doordrijven
  3. zou doordrijven
  4. zouden doordrijven
  5. zouden doordrijven
  6. zouden doordrijven
diversen
  1. drijf door!
  2. drijft door!
  3. doorgedreven
  4. doordrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doordrijven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imposer forceren; opdringen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forcer doordrijven aanvallen; afdwingen; attaqueren; bestormen; dwingen; forceren; iem. afdwingen; kraken; losbreken; noodzaken tot; ontrukken; onttrekken; opdwingen; openbreken; openrukken; overvallen; verplichten
imposer doordrijven aandringen; aanhouden; aanvallen; attaqueren; bestormen; dwingen; forceren; op iets aandringen; opleggen; opzadelen; overvallen
réussir à imposer doordrijven
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
imposer imponeren