Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. dorpsbewoners:
  2. dorpsbewoner:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dorpsbewoners (Nederlands) in het Frans

dorpsbewoners:

dorpsbewoners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dorpsbewoners (dorpelingen; dorpslui)
    le villageois; l'habitants du village
  2. de dorpsbewoners
    le villageois

Vertaal Matrix voor dorpsbewoners:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
habitants du village dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui
villageois dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui dorpeling; dorpelinge; dorpsbevolking; dorpsbewoner; dorpsgemeenschap
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
villageois aanmatigend; dorps; landelijk; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; rustiek

Verwante woorden van "dorpsbewoners":


dorpsbewoners vorm van dorpsbewoner:

dorpsbewoner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dorpsbewoner (dorpeling; dorpelinge)
    le villageois; la villageoise

Vertaal Matrix voor dorpsbewoner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
villageois dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner dorpelingen; dorpsbevolking; dorpsbewoners; dorpsgemeenschap; dorpslui
villageoise dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
villageois aanmatigend; dorps; landelijk; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; rustiek

Verwante woorden van "dorpsbewoner":