Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flauwtjes (Nederlands) in het Frans

flauwtjes:

flauwtjes bijwoord

  1. flauwtjes
    vaguement; du bout des lèvres; à peine; légèrement; faiblement; mollement; indistinctement; tièdement; insipidement
  2. flauwtjes (zwak; flauw; zwakjes)
    mou; puéril; insipide

Vertaal Matrix voor flauwtjes:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
du bout des lèvres flauwtjes
faiblement flauwtjes bleekjes; krachteloos; machteloos; onmachtig; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
indistinctement flauwtjes
insipide flauw; flauwtjes; zwak; zwakjes afstompend; afstotelijk voor zintuigen; bleekjes; eentonig; flauw; geestdodend; laf; lelijk; muf; onappetijtelijk; onsmakelijk; oubakken; oud; oudbakken; pips; plat; saai; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; stom; suf; verschaald; walgelijk; wee; ziekelijk; zonder smaak; zonder zout; zoutloos; zwak
insipidement flauwtjes
légèrement flauwtjes lichtelijk; loszinnig
mollement flauwtjes
mou flauw; flauwtjes; zwak; zwakjes allerliefst; dottig; enig; futloos; lamlendig; lamzalig; lief; lusteloos; mat; muf; murw; naar zweet ruikend; oubakken; oud; oudbakken; plat; pluizig; schattig; slap; snoezig; verschaald; vertederend; voos; week; zwak; zweterig
puéril flauw; flauwtjes; zwak; zwakjes eenvoudig; gemakkelijk; infantiel; jongensachtig; kinderachtig; kinderlijk; kinds; licht; makkelijk; niet moeilijk; overdreven kinderachtig; simpel
tièdement flauwtjes
vaguement flauwtjes bleek; flauw; flets; mistig; nevelachtig; onbepaald; onduidelijk; onhelder; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; verschoten; wazig
à peine flauwtjes amper; bijna geen; haast geen; nauwelijks; net aan; rakelings; ternauwernood