Fusie in het Frans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

fusie:
- mélange; mixture; fusion; union; amalgame; alliage; mixtion; fusionnement
Wiktionary:
- fusie → fusion
- fusie → fusion

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fusie (Nederlands) in het Frans

de fusie (amalgamatie; versmelting)
le mélange; la mixture; la fusion; l'union; l'amalgame; l'alliage; la mixtion
- mélange [le ~] zelfstandig naamwoord
- mixture [la ~] zelfstandig naamwoord
- fusion [la ~] zelfstandig naamwoord
- union [la ~] zelfstandig naamwoord
- amalgame [le ~] zelfstandig naamwoord
- alliage [le ~] zelfstandig naamwoord
- mixtion [la ~] zelfstandig naamwoord
de fusie (samensmelting)
la fusion; le fusionnement; l'union
- fusion [la ~] zelfstandig naamwoord
- fusionnement [le ~] zelfstandig naamwoord
- union [la ~] zelfstandig naamwoord
de fusie
la fusion
- fusion [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alliage	amalgamatie; fusie; versmelting	alliage; alligatie; legering; melange; menging; mengsel; metaallegering; metaalmengsel; mêleren
amalgame	amalgamatie; fusie; versmelting	allegaartje; amalgaam; mengelmoes; samenraapsel
fusion	amalgamatie; fusie; samensmelting; versmelting	amalgamering; melêren; mengen; menging; mixen; vermengen
fusionnement	fusie; samensmelting
mixtion	amalgamatie; fusie; versmelting	brouwsel; melange; melêren; mengen; mengsel; mixen; vermengen
mixture	amalgamatie; fusie; versmelting	melange; melêren; mengen; mengsel; mixen; vermengen
mélange	amalgamatie; fusie; versmelting	allegaartje; brouwsel; melange; melêren; mengeling; mengelmoes; mengen; menging; mengsel; mix; mixen; mêleren; samenraapsel; vermengen; vermenging
union	amalgamatie; fusie; samensmelting; versmelting	aaneenvoeging; akkoord; alliantie; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; bruiloftsdag; burgerlijke staat; coalitie; echt; echtverbintenis; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenwording; federatie; genootschap; harmonie; huwelijk; huwelijksdag; huwelijkse staat; liga; pact; saamhorigheidsgevoel; samendoen; samenklank; samenvoeging; sociëteit; solidariteit; statenbond; trouwdag; unie; verbinden; verbinding; verbond; verdrag; vereniging

fusie

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• fusie	→ fusion	↔ fusion — merging of elements into a union
• fusie	→ fusion	↔ fusion — nuclear reaction in which nuclei combine
• fusie	→ fusion	↔ merger — the legal union of two or more corporations