Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebreken (Nederlands) in het Frans

gebreken:

gebreken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gebreken (fouten; mankementen; ongemakken)
    le défauts; le manques; le désagréments; la fautes; la difficultés; l'incommodités; la maladresses; l'handicaps

Vertaal Matrix voor gebreken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
difficultés fouten; gebreken; mankementen; ongemakken ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; problemen; ramp; rampspoed; sores; tegenslag; tegenspoed; terugslagen; zorgen
défauts fouten; gebreken; mankementen; ongemakken defecten
désagréments fouten; gebreken; mankementen; ongemakken moeilijkheden; narigheden; onbehaaglijkheden; ongemakken; ongerieven; ontevredenheden; problemen; sores; zorgen
fautes fouten; gebreken; mankementen; ongemakken blunders; dwalingen; flaters; fouten; misstappen; misvattingen; onjuistheden; vergissingen
handicaps fouten; gebreken; mankementen; ongemakken handicaps
incommodités fouten; gebreken; mankementen; ongemakken
maladresses fouten; gebreken; mankementen; ongemakken blunders; flaters; fouten; onjuistheden
manques fouten; gebreken; mankementen; ongemakken defecten; handicaps; moeilijkheden; problemen; sores; zorgen