Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebroddel (Nederlands) in het Frans

gebroddel:

gebroddel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gebroddel (geklungel)
    le bousillage; le bricolage; la maladresse; la niaiserie; le tripotage; l'inhabilité; la musardise; la musarderie; le pataugeage

Vertaal Matrix voor gebroddel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bousillage gebroddel; geklungel bedrog; broddelwerk; gehannes; geklieder; geknoei; gemodder; gestuntel; kladwerk; kliederen; knoeiboel; knoeierij; knoeiwerk; knutselwerk; nep; oplichterij; prutswerk; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje; zwendelarij
bricolage gebroddel; geklungel broddelwerk; doe-het-zelf-werk; geknoei; geknutsel; gesjoemel; huisvlijt; kladwerk; knoeiwerk; knutselarij; knutselen; knutselwerk; prutswerk
inhabilité gebroddel; geklungel onbevoegdheid
maladresse gebroddel; geklungel blunder; flater; gehaspel; onbeholpenheid; onhandigheid; stumperigheid
musarderie gebroddel; geklungel
musardise gebroddel; geklungel
niaiserie gebroddel; geklungel kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; ongein; onnozelheid; schaapachtigheid; simpelheid
pataugeage gebroddel; geklungel geknoei; gemodder; geploeter; gezwoeg
tripotage gebroddel; geklungel afdingen; afpingelarij; gemier; geritsel; gerommel; gescharrel; gesjacher; gezeur; handjeklap