Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gehoorzaam:
  2. gehoorzamen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehoorzaam (Nederlands) in het Frans

gehoorzaam:

gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. gehoorzaam
    obéissant; coulant; docile; complaisant; obligeant; obligeamment; accommodant; docilement

Vertaal Matrix voor gehoorzaam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- braaf; lief; zoet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodant gehoorzaam aangenaam; bereidwillig; fijn; gedwee; genoeglijk; gewillig; handzaam; inschikkelijk; lekker; meegaand; prettig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; welwillend
complaisant gehoorzaam beleefd; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; gedwee; gemanierd; gewillig; goedwillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed; welwillend
coulant gehoorzaam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; stromend; toegeeflijk; toegevend; vliedend; vloeiend; vlot
docile gehoorzaam bijkomstig; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; inferieur; inschikkelijk; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
docilement gehoorzaam dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
obligeamment gehoorzaam bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; goedwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend; willig
obligeant gehoorzaam aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; bijzonder aangenaam; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gewillig; goedaardig; goedhartig; goedwillig; hulpvaardig; inschikkelijk; medelevend; meelevend; meevoelend; plezierig; ruimhartig; tegemoetkomend; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
obéissant gehoorzaam dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; meegaand; onderworpen; slaafs; tam; volgzaam; willig

Verwante woorden van "gehoorzaam":


Synoniemen voor "gehoorzaam":


Antoniemen van "gehoorzaam":


Verwante definities voor "gehoorzaam":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • deze leerlingen zijn erg gehoorzaam1

Wiktionary: gehoorzaam

gehoorzaam
adjective
  1. bereid gehoor te geven aan regels of bevelen
gehoorzaam
Cross Translation:
FromToVia
gehoorzaam obéissant obedient — willing to comply with the commands

gehoorzaam vorm van gehoorzamen:

gehoorzamen werkwoord (gehoorzaam, gehoorzaamt, gehoorzaamde, gehoorzaamden, gehoorzaamd)

  1. gehoorzamen (luisteren)
    obéir; obéir à; suivre; se soumettre
    • obéir werkwoord (obéis, obéit, obéissons, obéissez, )
    • obéir à werkwoord
    • suivre werkwoord (suis, suit, suivons, suivez, )
    • se soumettre werkwoord
  2. gehoorzamen (gevolg geven aan)

Conjugations for gehoorzamen:

o.t.t.
  1. gehoorzaam
  2. gehoorzaamt
  3. gehoorzaamt
  4. gehoorzamen
  5. gehoorzamen
  6. gehoorzamen
o.v.t.
  1. gehoorzaamde
  2. gehoorzaamde
  3. gehoorzaamde
  4. gehoorzaamden
  5. gehoorzaamden
  6. gehoorzaamden
v.t.t.
  1. heb gehoorzaamd
  2. hebt gehoorzaamd
  3. heeft gehoorzaamd
  4. hebben gehoorzaamd
  5. hebben gehoorzaamd
  6. hebben gehoorzaamd
v.v.t.
  1. had gehoorzaamd
  2. had gehoorzaamd
  3. had gehoorzaamd
  4. hadden gehoorzaamd
  5. hadden gehoorzaamd
  6. hadden gehoorzaamd
o.t.t.t.
  1. zal gehoorzamen
  2. zult gehoorzamen
  3. zal gehoorzamen
  4. zullen gehoorzamen
  5. zullen gehoorzamen
  6. zullen gehoorzamen
o.v.t.t.
  1. zou gehoorzamen
  2. zou gehoorzamen
  3. zou gehoorzamen
  4. zouden gehoorzamen
  5. zouden gehoorzamen
  6. zouden gehoorzamen
diversen
  1. gehoorzaam!
  2. gehoorzaamt!
  3. gehoorzaamd
  4. gehoorzamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gehoorzamen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obéir gehoorzamen; luisteren
obéir à gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren
se soumettre gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren
suivre gehoorzamen; luisteren achternagaan; achternalopen; belopen; betreden; bewandelen; bijbenen; bijblijven; bijhouden; komen na; naleven; nalopen; navolgen; opvolgen; te voet afleggen; traceren; volgen

Wiktionary: gehoorzamen

gehoorzamen
verb
  1. gevolg geven aan een opdracht of bevel
gehoorzamen
verb
  1. droit|fr police|fr obéir, se soumettre.
  2. Se soumettre à une demande, une règle ou une obligation d’une personne ; exécuter un ordre donné.

Cross Translation:
FromToVia
gehoorzamen écouter listen — to accept advice or obey instruction
gehoorzamen obéir obey — to do as ordered by