Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gehoorzaamheid:
  2. gehoorzaam:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehoorzaamheid (Nederlands) in het Frans

gehoorzaamheid:

gehoorzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gehoorzaamheid (tucht; discipline; onderwerping; orde; dwang)
    la discipline; la soumission; la règles; le règlement
  2. de gehoorzaamheid (onderwerping)
    l'obéissance; la soumission; la docilité

Vertaal Matrix voor gehoorzaamheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discipline discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afstudeerrichting; deelsoort; discipline; orde; regelmaat; specialisatie; specialisme; studierichting; tak; tak van wetenschap; vakgebied
docilité gehoorzaamheid; onderwerping bescheidenheid; gewilligheid; makheid; nederigheid; onderdanigheid; onderworpenheid; tamheid
obéissance gehoorzaamheid; onderwerping
règlement discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht aanwijzing; aanzuivering; afbetaling; afdoening; afhandelen; afhandeling; afrekening; afwikkeling; arrangement; betalen; betaling; dienstvoorschrift; dokken; handvest; regeling; reglement; richtlijn; schaderegeling; statuut; vereffening; verordening; verrekening; voldoen
règles discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht menstruatie; ongesteldheid; wetten
soumission discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht afhankelijkheid; capitulatie; gewenning; horigheid; overgave; submissie; verslaafdheid; verslaving

Verwante woorden van "gehoorzaamheid":


Wiktionary: gehoorzaamheid


Cross Translation:
FromToVia
gehoorzaamheid obéissance obedience — quality of being obedient

gehoorzaam:

gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. gehoorzaam
    obéissant; coulant; docile; complaisant; obligeant; obligeamment; accommodant; docilement

Vertaal Matrix voor gehoorzaam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- braaf; lief; zoet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodant gehoorzaam aangenaam; bereidwillig; fijn; gedwee; genoeglijk; gewillig; handzaam; inschikkelijk; lekker; meegaand; prettig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; welwillend
complaisant gehoorzaam beleefd; bereidvaardig; bereidwillig; beschaafd; gedwee; gemanierd; gewillig; goedwillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed; welwillend
coulant gehoorzaam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; stromend; toegeeflijk; toegevend; vliedend; vloeiend; vlot
docile gehoorzaam bijkomstig; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; inferieur; inschikkelijk; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; serviel; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
docilement gehoorzaam dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; onderworpen; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
obligeamment gehoorzaam bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstwillig; goedwillig; tegemoetkomend; toeschietelijk; welwillend; willig
obligeant gehoorzaam aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; bijzonder aangenaam; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gewillig; goedaardig; goedhartig; goedwillig; hulpvaardig; inschikkelijk; medelevend; meelevend; meevoelend; plezierig; ruimhartig; tegemoetkomend; toeschietelijk; verplichtend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
obéissant gehoorzaam dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; meegaand; onderworpen; slaafs; tam; volgzaam; willig

Verwante woorden van "gehoorzaam":


Synoniemen voor "gehoorzaam":


Antoniemen van "gehoorzaam":


Verwante definities voor "gehoorzaam":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • deze leerlingen zijn erg gehoorzaam1

Wiktionary: gehoorzaam

gehoorzaam
adjective
  1. bereid gehoor te geven aan regels of bevelen
gehoorzaam
Cross Translation:
FromToVia
gehoorzaam obéissant obedient — willing to comply with the commands