Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gehoorzamen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gehoorzamen (Nederlands) in het Frans

gehoorzamen:

gehoorzamen werkwoord (gehoorzaam, gehoorzaamt, gehoorzaamde, gehoorzaamden, gehoorzaamd)

  1. gehoorzamen (luisteren)
    obéir; obéir à; suivre; se soumettre
    • obéir werkwoord (obéis, obéit, obéissons, obéissez, )
    • obéir à werkwoord
    • suivre werkwoord (suis, suit, suivons, suivez, )
    • se soumettre werkwoord
  2. gehoorzamen (gevolg geven aan)

Conjugations for gehoorzamen:

o.t.t.
  1. gehoorzaam
  2. gehoorzaamt
  3. gehoorzaamt
  4. gehoorzamen
  5. gehoorzamen
  6. gehoorzamen
o.v.t.
  1. gehoorzaamde
  2. gehoorzaamde
  3. gehoorzaamde
  4. gehoorzaamden
  5. gehoorzaamden
  6. gehoorzaamden
v.t.t.
  1. heb gehoorzaamd
  2. hebt gehoorzaamd
  3. heeft gehoorzaamd
  4. hebben gehoorzaamd
  5. hebben gehoorzaamd
  6. hebben gehoorzaamd
v.v.t.
  1. had gehoorzaamd
  2. had gehoorzaamd
  3. had gehoorzaamd
  4. hadden gehoorzaamd
  5. hadden gehoorzaamd
  6. hadden gehoorzaamd
o.t.t.t.
  1. zal gehoorzamen
  2. zult gehoorzamen
  3. zal gehoorzamen
  4. zullen gehoorzamen
  5. zullen gehoorzamen
  6. zullen gehoorzamen
o.v.t.t.
  1. zou gehoorzamen
  2. zou gehoorzamen
  3. zou gehoorzamen
  4. zouden gehoorzamen
  5. zouden gehoorzamen
  6. zouden gehoorzamen
diversen
  1. gehoorzaam!
  2. gehoorzaamt!
  3. gehoorzaamd
  4. gehoorzamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gehoorzamen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obéir gehoorzamen; luisteren
obéir à gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren
se soumettre gehoorzamen; gevolg geven aan; luisteren
suivre gehoorzamen; luisteren achternagaan; achternalopen; belopen; betreden; bewandelen; bijbenen; bijblijven; bijhouden; komen na; naleven; nalopen; navolgen; opvolgen; te voet afleggen; traceren; volgen

Wiktionary: gehoorzamen

gehoorzamen
verb
  1. gevolg geven aan een opdracht of bevel
gehoorzamen
verb
  1. droit|fr police|fr obéir, se soumettre.
  2. Se soumettre à une demande, une règle ou une obligation d’une personne ; exécuter un ordre donné.

Cross Translation:
FromToVia
gehoorzamen écouter listen — to accept advice or obey instruction
gehoorzamen obéir obey — to do as ordered by