Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gekarteld:
  2. kartelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gekarteld (Nederlands) in het Frans

gekarteld:

gekarteld bijvoeglijk naamwoord

  1. gekarteld (getand)
    dentelé; cannelé; en dents de scie; crénelé; tranchant; ébréché; denté; engrelé

Vertaal Matrix voor gekarteld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tranchant geslepenheid; gewiekstheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; snijvlak; spitsheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cannelé gekarteld; getand kartelig
crénelé gekarteld; getand kartelig; tandvormig
dentelé gekarteld; getand getand; gezaagd; kartelig; puntig; scherp gepunt; tanden hebbend; tandvormig; zaagvormig
denté gekarteld; getand getand; gezaagd; puntig; scherp gepunt; tanden hebbend
en dents de scie gekarteld; getand zaagvormig
engrelé gekarteld; getand
tranchant gekarteld; getand adrem; bijdehand; fel; gevat; hanig; messcherp; pinnig; raak; scherp; scherpgerand; snedig; snibbig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp
ébréché gekarteld; getand

Wiktionary: gekarteld


Cross Translation:
FromToVia
gekarteld denté; dentelé dentate — Having teeth or toothlike projections
gekarteld denté; dentelé serrate — saw-like
gekarteld denté; dentelé serrate — having a row of sharp or tooth-like projections
gekarteld denté; dentelé serrated — saw-like
gekarteld denté; dentelé serrated — Having a row of sharp or tooth-like projections

gekarteld vorm van kartelen:

kartelen werkwoord (kartel, kartelt, kartelde, kartelden, gekarteld)

  1. kartelen (kartels krijgen)
    encocher; entailler
    • encocher werkwoord (encoche, encoches, encochons, encochez, )
    • entailler werkwoord (entaille, entailles, entaillons, entaillez, )

Conjugations for kartelen:

o.t.t.
  1. kartel
  2. kartelt
  3. kartelt
  4. kartelen
  5. kartelen
  6. kartelen
o.v.t.
  1. kartelde
  2. kartelde
  3. kartelde
  4. kartelden
  5. kartelden
  6. kartelden
v.t.t.
  1. heb gekarteld
  2. hebt gekarteld
  3. heeft gekarteld
  4. hebben gekarteld
  5. hebben gekarteld
  6. hebben gekarteld
v.v.t.
  1. had gekarteld
  2. had gekarteld
  3. had gekarteld
  4. hadden gekarteld
  5. hadden gekarteld
  6. hadden gekarteld
o.t.t.t.
  1. zal kartelen
  2. zult kartelen
  3. zal kartelen
  4. zullen kartelen
  5. zullen kartelen
  6. zullen kartelen
o.v.t.t.
  1. zou kartelen
  2. zou kartelen
  3. zou kartelen
  4. zouden kartelen
  5. zouden kartelen
  6. zouden kartelen
en verder
  1. is gekarteld
  2. zijn gekarteld
diversen
  1. kartel!
  2. kartelt!
  3. gekarteld
  4. kartelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kartelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
encocher kartelen; kartels krijgen creneleren; een inkeping maken; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven
entailler kartelen; kartels krijgen creneleren; een inkeping maken; inhakken; inhouwen; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; snijwerk maken

Verwante woorden van "kartelen":