Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gemenerik:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemenerik (Nederlands) in het Frans

gemenerik:

gemenerik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemenerik
    la canaille

Vertaal Matrix voor gemenerik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canaille gemenerik achterbaks persoon; bocht; boef; boefjes; broeden; canaille; deugnieten; eikel; ellendeling; etter; etterbak; fielt; gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; geteisem; gladakkers; grauw; guiten; hoerenjong; hond; hondsvot; klier; klootzak; kreng; kuttenkop; loeder; lul; mispunt; naarling; picaro; plebs; pleurislijder; pleurislijer; ploert; rapaille; rotzak; schavuit; schavuiten; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schorriemorrie; schurk; slechte drank; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd; stuk ongeluk; tuig; uitschot; uitvaagsel

Verwante woorden van "gemenerik":