Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gezouten:
  2. zouten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gezouten (Nederlands) in het Frans

gezouten:

gezouten bijvoeglijk naamwoord

  1. gezouten (gepekeld)
    salé; saumuré

Vertaal Matrix voor gezouten:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salé gepekeld; gezouten gekruid; gepeperd; hartig; kruidig; pikant; pittig; zout; zoutig
saumuré gepekeld; gezouten

Wiktionary: gezouten


Cross Translation:
FromToVia
gezouten salé salt — salty

gezouten vorm van zouten:

zouten werkwoord (zout, zoutte, zoutten, gezouten)

  1. zouten
    saler; mettre en salaison; saumurer
    • saler werkwoord (sale, sales, salons, salez, )
    • mettre en salaison werkwoord
    • saumurer werkwoord (saumure, saumures, saumurons, saumurez, )

Conjugations for zouten:

o.t.t.
  1. zout
  2. zout
  3. zout
  4. zouten
  5. zouten
  6. zouten
o.v.t.
  1. zoutte
  2. zoutte
  3. zoutte
  4. zoutten
  5. zoutten
  6. zoutten
v.t.t.
  1. heb gezouten
  2. hebt gezouten
  3. heeft gezouten
  4. hebben gezouten
  5. hebben gezouten
  6. hebben gezouten
v.v.t.
  1. had gezouten
  2. had gezouten
  3. had gezouten
  4. hadden gezouten
  5. hadden gezouten
  6. hadden gezouten
o.t.t.t.
  1. zal zouten
  2. zult zouten
  3. zal zouten
  4. zullen zouten
  5. zullen zouten
  6. zullen zouten
o.v.t.t.
  1. zou zouten
  2. zou zouten
  3. zou zouten
  4. zouden zouten
  5. zouden zouten
  6. zouden zouten
diversen
  1. zout!
  2. zout!
  3. gezouten
  4. zoutend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zouten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mettre en salaison zouten
saler zouten inmaken; inpekelen; inzouten; marineren; opzouten; pekelen; toebereiden
saumurer zouten inmaken; inpekelen; inzouten; opzouten; pekelen

Verwante woorden van "zouten":


Wiktionary: zouten

zouten
Cross Translation:
FromToVia
zouten saler salt — add salt to