Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. grom:
  2. grommen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grom (Nederlands) in het Frans

grom:

grom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de grom (snauw; grauw)
    le grognement; le grondement

Vertaal Matrix voor grom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grognement grauw; grom; snauw gebrom; gegrom; gejammer; geklaag; geknor; gelamenteer; gemopper; knor
grondement grauw; grom; snauw bonzen; daveren; denderen; donderen; dreun; dreunen; gebrom; gebrul; gebulder; gedreun; gegrom; gejammer; geklaag; geknor; gelamenteer; geloei; gemopper; geraas; geronk; gesnurk; klap; knal; kwak; loeien van de wind; ontlading; plotselinge uitbarsting; rommeling; smak; smakken; smakkend eten; uitbarsting; vulkaanuitbarsting

Verwante woorden van "grom":


Wiktionary: grom


Cross Translation:
FromToVia
grom feulement; grognement growl — deep threatening sound
grom grognement grunt — A short, snorting sound, often to show disapproval, or used as a reply when one is reluctant to speak

grommen:

grommen werkwoord (grom, gromt, gromde, gromden, gegromd)

  1. grommen
    grogner; gronder; grommeler
    • grogner werkwoord (grogne, grognes, grognons, grognez, )
    • gronder werkwoord (gronde, grondes, grondons, grondez, )
    • grommeler werkwoord (grommelle, grommelles, grommelons, grommelez, )

Conjugations for grommen:

o.t.t.
  1. grom
  2. gromt
  3. gromt
  4. grommen
  5. grommen
  6. grommen
o.v.t.
  1. gromde
  2. gromde
  3. gromde
  4. gromden
  5. gromden
  6. gromden
v.t.t.
  1. heb gegromd
  2. hebt gegromd
  3. heeft gegromd
  4. hebben gegromd
  5. hebben gegromd
  6. hebben gegromd
v.v.t.
  1. had gegromd
  2. had gegromd
  3. had gegromd
  4. hadden gegromd
  5. hadden gegromd
  6. hadden gegromd
o.t.t.t.
  1. zal grommen
  2. zult grommen
  3. zal grommen
  4. zullen grommen
  5. zullen grommen
  6. zullen grommen
o.v.t.t.
  1. zou grommen
  2. zou grommen
  3. zou grommen
  4. zouden grommen
  5. zouden grommen
  6. zouden grommen
diversen
  1. grom!
  2. gromt!
  3. gegromd
  4. grommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor grommen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grogner grommen brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; misnoegen uiten; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen
grommeler grommen brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; mopperen; morren; murmelen; murmeren; op vuur pruttelen; over iets mopperen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen; zoemen
gronder grommen aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; brommen; brullen; fulmineren; het uitgillen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kankeren; klagen; klateren; knallen; knorren; knorrend geluid maken; kwalijk nemen; laken; mopperen; morren; nadragen; op vuur pruttelen; over iets mopperen; pruttelen; razen; smoren; stoffen; sudderen; te keer gaan; tekeergaan; terechtwijzen; tieren; uitroepen; uitschreeuwen; vermanen; voor de voeten gooien

Verwante woorden van "grommen":


Wiktionary: grommen

grommen
verb
  1. jeter un ou plusieurs cris.
  2. Murmurer, témoigner par un bruit sourd, entre ses dents, que l’on est mécontent
  3. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
grommen grogner; gronder; feuler; ronchonner; bougonner; grommeler growl — to utter a deep guttural sound
grommen gargouillement; grondement grumble — the sound made by a hungry stomach
grommen gronder grumble — to make a low growling or rumbling animal noise
grommen gargouiller grumble — to make a low growling or rumbling stomach noise
grommen ronchonner; bougonner grumble — to murmur or mutter with discontent