Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handspaak (Nederlands) in het Frans

handspaak:

handspaak [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. handspaak (kaapstanderpaal)
    le levier; la pince à levier; le pied-de-biche; la pince-monseigneur; l'anspect; la pince monseigneur

Vertaal Matrix voor handspaak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anspect handspaak; kaapstanderpaal
levier handspaak; kaapstanderpaal breekijzer; dommekracht; hefbok; hefboom; hefinstallatie; hijsarm; koevoet; kruk; lichter; oor; oor van een kopje; sifon; slinger; stankafsluiter; zwengel
pied-de-biche handspaak; kaapstanderpaal breekijzer; koevoet; spijkertrekker
pince monseigneur handspaak; kaapstanderpaal breekijzer; koevoet
pince à levier handspaak; kaapstanderpaal breekijzer; koevoet
pince-monseigneur handspaak; kaapstanderpaal breekijzer; koevoet

Verwante woorden van "handspaak":

  • handspaken