Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. heilig:
  2. heiligen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heilig (Nederlands) in het Frans

heilig:

heilig bijvoeglijk naamwoord

  1. heilig (gewijd)
    sacré; saint; saintement
  2. heilig (verheerlijkt; glorierijk; zalig)
    sacré; glorifié; glorieux; glorieusement; saint; saintement

Vertaal Matrix voor heilig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
saint gildepatroon; heilige; sint
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glorieusement glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig betoverend; fonkelend; glinsterend; glorierijk; luisterrijk; magnifiek; prachtig; roemrijk; roemvol; schitterend
glorieux glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig betoverend; fier; flink; fonkelend; glinsterend; glorierijk; glorieus; groots; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; prat; roemrijk; roemvol; schitterend; trots
glorifié glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig
sacré gewijd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig bliksems; drommels; herderlijk; met betrekking tot herders; verdraaid; verduiveld
saint gewijd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig herderlijk; met betrekking tot herders
saintement gewijd; glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig

Verwante woorden van "heilig":


Verwante definities voor "heilig":

  1. met (voor gelovigen) een speciale betekenis1
    • in India is de koe een heilig dier1
  2. wie door god is uitgekozen1
    • de heilige maagd Maria was de moeder van Jezus1

Wiktionary: heilig

heilig
adjective
  1. door wijding aan het goddelijke bijzonder gemaakt
heilig
adjective
  1. (religion) Qui concerner la religion, qui a pour objet le culte de Dieu ou des dieux.
  2. pur, souverainement parfait et bienheureux.

Cross Translation:
FromToVia
heilig saint; sacré holy — dedicated to a religious purpose
heilig sacré; saint sacred — made holy

heiligen:

heiligen werkwoord (heilig, heiligt, heiligde, heiligden, geheiligd)

  1. heiligen (inzegenen; wijden; zegenen; inwijden)
    bénir; consacrer; sanctifier; donner la bénédiction
    • bénir werkwoord (bénis, bénit, bénissons, bénissez, )
    • consacrer werkwoord (consacre, consacres, consacrons, consacrez, )
    • sanctifier werkwoord (sanctifie, sanctifies, sanctifions, sanctifiez, )

Conjugations for heiligen:

o.t.t.
  1. heilig
  2. heiligt
  3. heiligt
  4. heiligen
  5. heiligen
  6. heiligen
o.v.t.
  1. heiligde
  2. heiligde
  3. heiligde
  4. heiligden
  5. heiligden
  6. heiligden
v.t.t.
  1. heb geheiligd
  2. hebt geheiligd
  3. heeft geheiligd
  4. hebben geheiligd
  5. hebben geheiligd
  6. hebben geheiligd
v.v.t.
  1. had geheiligd
  2. had geheiligd
  3. had geheiligd
  4. hadden geheiligd
  5. hadden geheiligd
  6. hadden geheiligd
o.t.t.t.
  1. zal heiligen
  2. zult heiligen
  3. zal heiligen
  4. zullen heiligen
  5. zullen heiligen
  6. zullen heiligen
o.v.t.t.
  1. zou heiligen
  2. zou heiligen
  3. zou heiligen
  4. zouden heiligen
  5. zouden heiligen
  6. zouden heiligen
en verder
  1. ben geheiligd
  2. bent geheiligd
  3. is geheiligd
  4. zijn geheiligd
  5. zijn geheiligd
  6. zijn geheiligd
diversen
  1. heilig!
  2. heiligt!
  3. geheiligd
  4. heiligend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor heiligen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénir heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
consacrer heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen aangrijpen; aanwenden; benutten; gebruiken; toepassen
donner la bénédiction heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
sanctifier heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen

Wiktionary: heiligen


Cross Translation:
FromToVia
heiligen sainte; saint hallow — holy person
heiligen sanctifier; bénir hallow — to sanctify
heiligen consacrer sanctify — to make holy