Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. hertrouwen:
  2. hertrouw:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hertrouwen (Nederlands) in het Frans

hertrouwen:

hertrouwen werkwoord (hertrouw, hertrouwt, hertrouwde, hertrouwden, hertrouwd)

  1. hertrouwen

Conjugations for hertrouwen:

o.t.t.
  1. hertrouw
  2. hertrouwt
  3. hertrouwt
  4. hertrouwen
  5. hertrouwen
  6. hertrouwen
o.v.t.
  1. hertrouwde
  2. hertrouwde
  3. hertrouwde
  4. hertrouwden
  5. hertrouwden
  6. hertrouwden
v.t.t.
  1. ben hertrouwd
  2. bent hertrouwd
  3. is hertrouwd
  4. zijn hertrouwd
  5. zijn hertrouwd
  6. zijn hertrouwd
v.v.t.
  1. was hertrouwd
  2. was hertrouwd
  3. was hertrouwd
  4. waren hertrouwd
  5. waren hertrouwd
  6. waren hertrouwd
o.t.t.t.
  1. zal hertrouwen
  2. zult hertrouwen
  3. zal hertrouwen
  4. zullen hertrouwen
  5. zullen hertrouwen
  6. zullen hertrouwen
o.v.t.t.
  1. zou hertrouwen
  2. zou hertrouwen
  3. zou hertrouwen
  4. zouden hertrouwen
  5. zouden hertrouwen
  6. zouden hertrouwen
diversen
  1. hertrouw!
  2. hertrouwt!
  3. hertrouwd
  4. hertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hertrouwen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se remarier hertrouwen

Verwante woorden van "hertrouwen":


hertrouwen vorm van hertrouw:

hertrouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hertrouw
    le remariage; la secondes noces

Vertaal Matrix voor hertrouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
remariage hertrouw
secondes noces hertrouw

Verwante woorden van "hertrouw":