Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. inademen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inademen (Nederlands) in het Frans

inademen:

inademen werkwoord (adem in, ademt in, ademde in, ademden in, ingeademd)

  1. inademen (ademhalen; ademen)
    respirer; inhaler; souffler
    • respirer werkwoord (respire, respires, respirons, respirez, )
    • inhaler werkwoord (inhale, inhales, inhalons, inhalez, )
    • souffler werkwoord (souffle, souffles, soufflons, soufflez, )
  2. inademen (inhaleren)
    respirer; inhaler
    • respirer werkwoord (respire, respires, respirons, respirez, )
    • inhaler werkwoord (inhale, inhales, inhalons, inhalez, )

Conjugations for inademen:

o.t.t.
  1. adem in
  2. ademt in
  3. ademt in
  4. ademen in
  5. ademen in
  6. ademen in
o.v.t.
  1. ademde in
  2. ademde in
  3. ademde in
  4. ademden in
  5. ademden in
  6. ademden in
v.t.t.
  1. heb ingeademd
  2. hebt ingeademd
  3. heeft ingeademd
  4. hebben ingeademd
  5. hebben ingeademd
  6. hebben ingeademd
v.v.t.
  1. had ingeademd
  2. had ingeademd
  3. had ingeademd
  4. hadden ingeademd
  5. hadden ingeademd
  6. hadden ingeademd
o.t.t.t.
  1. zal inademen
  2. zult inademen
  3. zal inademen
  4. zullen inademen
  5. zullen inademen
  6. zullen inademen
o.v.t.t.
  1. zou inademen
  2. zou inademen
  3. zou inademen
  4. zouden inademen
  5. zouden inademen
  6. zouden inademen
diversen
  1. adem in!
  2. ademt in!
  3. ingeademd
  4. inademend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inademen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inhaler ademen; ademhalen; inademen; inhaleren een snuif nemen; iets ophalen; inhaleren; insnuiven; opsnuiven; over de longen roken; snuiven
respirer ademen; ademhalen; inademen; inhaleren bekomen; een snuif nemen; herademen; iets ophalen; insnuiven; op zijn verhaal komen; opgelucht ademhalen; opsnuiven; snuiven; verademen
souffler ademen; ademhalen; inademen blazen; fluisteren; fluiten; graaien; grijpen; grissen; hijgen; influisteren; ingeven; jatten; pijpen; pikken; puffen; smiespelen; smoezen; snaaien; souffleren; toefluisteren; uitademen; uitblazen; voorzeggen; wegkapen

Wiktionary: inademen

inademen
verb
  1. lucht uit de omgeving opnemen
inademen
Cross Translation:
FromToVia
inademen inspirer inhale — to draw air into the lungs