Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. inwijden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inwijden (Nederlands) in het Frans

inwijden:

inwijden werkwoord (wijd in, wijdt in, wijdde in, wijdden in, ingewijd)

  1. inwijden (plechtig bevestigen; inaugureren; inhuldigen)
    inaugurer; installer
    • inaugurer werkwoord (inaugure, inaugures, inaugurons, inaugurez, )
    • installer werkwoord (installe, installes, installons, installez, )
  2. inwijden (inzegenen; wijden; zegenen; heiligen)
    bénir; consacrer; sanctifier; donner la bénédiction
    • bénir werkwoord (bénis, bénit, bénissons, bénissez, )
    • consacrer werkwoord (consacre, consacres, consacrons, consacrez, )
    • sanctifier werkwoord (sanctifie, sanctifies, sanctifions, sanctifiez, )

Conjugations for inwijden:

o.t.t.
  1. wijd in
  2. wijdt in
  3. wijdt in
  4. wijden in
  5. wijden in
o.v.t.
  1. wijdde in
  2. wijdde in
  3. wijdde in
  4. wijdden in
  5. wijdden in
  6. wijdden in
v.t.t.
  1. heb ingewijd
  2. hebt ingewijd
  3. heeft ingewijd
  4. hebben ingewijd
  5. hebben ingewijd
  6. hebben ingewijd
v.v.t.
  1. had ingewijd
  2. had ingewijd
  3. had ingewijd
  4. hadden ingewijd
  5. hadden ingewijd
  6. hadden ingewijd
o.t.t.t.
  1. zal inwijden
  2. zult inwijden
  3. zal inwijden
  4. zullen inwijden
  5. zullen inwijden
  6. zullen inwijden
o.v.t.t.
  1. zou inwijden
  2. zou inwijden
  3. zou inwijden
  4. zouden inwijden
  5. zouden inwijden
  6. zouden inwijden
en verder
  1. ben ingewijd
  2. bent ingewijd
  3. is ingewijd
  4. zijn ingewijd
  5. zijn ingewijd
  6. zijn ingewijd
diversen
  1. wijd in!
  2. wijdt in!
  3. ingewijd
  4. inwijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor inwijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bénir heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
consacrer heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen aangrijpen; aanwenden; benutten; gebruiken; toepassen
donner la bénédiction heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
inaugurer inaugureren; inhuldigen; inwijden; plechtig bevestigen aankaarten; aanknopen; aansnijden; beginnen; entameren; gesprek aanknopen; inleiden; inluiden; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen
installer inaugureren; inhuldigen; inwijden; plechtig bevestigen aanbrengen; aanleggen; bevestigen; bijzetten; deponeren; ergens aan bevestigen; inrichten; installeren; leggen; meubileren; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; vastmaken; vastzetten; wegleggen; zetten
sanctifier heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen

Wiktionary: inwijden

inwijden
verb
  1. (religion) consacrer au culte, au service divin avec certaines cérémonies.
  2. recevoir au nombre de ceux qui font profession de quelque culte particulier, admettre à la connaissance et à la participation de certaines cérémonies secrètes qui regarder le culte particulier de quelque divinité.

Cross Translation:
FromToVia
inwijden consacrer; vouer dedicate — to set apart for a deity or for religious purposes; consecrate
inwijden inaugurer dedicate — to open (a building, for example) to public use
inwijden consacrer sanctify — to make holy